Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.NARDINC VASTGOED B.V.,
2. NIEUWGELUK REAL ESTATE B.V.,
3. PEAK INVESTMENT II B.V.,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
- Koper wenst een sloopnieuwbouwopgave, hierna te noemen het ‘Project’, uit te voeren waarbij de bestaande veertien (14) garageboxen en circa 400 m² kantoorruimte zullen worden gesloopt en een nieuwbouw woontoren met [ondergrondse] parkeergelegenheid zal worden gerealiseerd;
- Verkoper is eigenaar van het Kantoorverdieping [inclusief 1 garagebox] en wenst graag mee te profiteren van de waardeontwikkeling van het Project en zodoende gaan Koper en Verkoper een gezamenlijk traject in om de omvang van het Project bij de gemeente Amstelveen zeker te stellen;
- Koper zal het traject aansturen om [gemeentelijke] zekerheid te verkrijgen voor het Project en de te wachtte grondverwerving. Verkoper zal daarin waar mogelijk ondersteunen door het beschikbaar stellen van informatie, het bijwonen van benodigde afspraken en dergelijke;
- Dertien [13] garageboxen zijn geen eigendom van Verkoper. Verkoper heeft een VVE besluit ter beschikking gesteld aan Koper waarin de eigenaren van de dertien [13] garageboxen in principe meewerken aan herontwikkeling waarbij een alternatieve garagebox [in de ontwikkeling] zal worden terug geleverd aan de individuele eigenaren. (…)”
Koopovereenkomst
Turn key realisatie overeenkomst
Garageboxen
Koper en Verkoper zullen gezamenlijk zorgdragen voor consensus met de individuele eigenaren voor het verkopen en/of herplaatsen [en tijdens de bouw niet beschikbaar zijn] van de dertien [13] garageboxen in de nieuwe ontwikkeling voor 1 maart 2020. Indien herplaatsing niet tot de mogelijkheid behoort zijn er een tweetal varianten mogelijk: het aanbieden van een garagebox in de nabije omgeving danwel een financiële compensatie. Voor de realisatie van deze opgave is een totaal bedrag beschikbaar gesteld door Koper van maximaal € 650.000,- (…)
Vaststelling Startnotitie gemeenteraad Amstelveen
De gemeenteraad een voor partijen conveniërende Startnotitie heeft vastgesteld [prognose 1 juli 2020] ten behoeve van de ontwikkeling. Onderdeel van de Startnotitie is de vaststelling van de afdracht aan de gemeente Amstelveen. Dit bedrag is gemaximaliseerd op een bijdrage van € 1.000.000,- (…) exclusief BTW. Dit bedrag is opgebouwd uit o.a. mogelijke aankoop grond, apparaat kosten en [bovenplanse] bijdrage aan de ontwikkeling corresponderend met de posten 1.03 en 2.04 uit de KBA. Dit bedrag zal definitief worden vastgesteld bij ondertekening van de anterieure overeenkomst met de gemeente Amstelveen [als bijlage van de Startnotitie].
Goedkeuring Investment Comité en RvC van HB Capital
Koper heeft het recht de onderhavige overeenkomst te ontbinden voor 1 april 2020 indien goedkeuring van het IC en RvC van HB Capital niet wordt verkregen.
Uitkomst DD
Het ontbinden van deze onderhavige overeenkomst kan geschieden in geval van een voor Koper negatieve uitkomst van de DD, uitgevoerd door of namens Koper, uiterlijk zes [6] weken na ondertekening van onderhavige overeenkomst.
on holdgezet en het werd onzekerder of de woontoren die partijen voor ogen hadden met het project, mogelijk zou zijn.
3.Beoordeling
‘Introductie en achtergrond’is weergegeven dat partijen een gezamenlijk traject zouden ingaan om de omvang van het project, zoals vastgelegd in de KBA, bij de gemeente zeker te stellen. Deze afspraak was gemaakt omdat de realisatie van het project afhankelijk was van een aantal omstandigheden waaromtrent op dat moment nog onzekerheid bestond. Zo was het de vraag of de gemeente het project zou toestaan en of de appartementsrechten op de overige 13 garageboxen die onderdeel waren van het project, wel zouden worden verkregen. In verband met deze onzekerheden hebben partijen onder het kopje
‘Ontbindende voorwaarden/voorbehouden’in de intentieovereenkomst opgenomen dat zij met alle 13 garageboxhouders overeenstemming zouden moeten bereiken over de koop van de appartementsrechten op die garageboxen - realisatie van het project zou anders niet mogelijk zijn - én dat de gemeente Amstelveen een voor partijen conveniërende startnotitie zou afgeven waarmee de gewenste mate van praktische zekerheid tot realisatie van de plannen zou zijn gewaarborgd. Met betrekking tot de koopprijs die Peak c.s. voor de kantoorverdieping en de garagebox zouden betalen aan CW Amsterdam is in de intentieovereenkomst een bedrag van € 5.000.000,- opgenomen met dien verstande dat deze prijs was gebaseerd op de uitgangspunten in de KBA zoals onder meer dat het onroerend goed vrij van asbest was. In de intentieovereenkomst is tevens opgenomen dat deze prijs zou kunnen oplopen tot meer dan € 6.500.000,- indien partijen erin zouden slagen om de in de KBA opgenomen uitgangspunten te verbeteren en een project onder gunstiger voorwaarden te bewerkstelligen. Deze laatste afspraak maakte dat partijen een gezamenlijk belang hadden bij de realisatie van het project, zoals dat ook blijkt uit de schriftelijke weergave van de intentieovereenkomst onder het kopje
‘Introductie en achtergrond’. Mede daarom bevatte de intentieovereenkomst een stappenplan: een opsomming van de noodzakelijke stappen die gezet moesten worden om tot realisatie van het project te komen. Het stappenplan bevatte indicatieve data en diende als leidraad, zo is met zoveel woorden op bladzijde 4 van de intentieovereenkomst vermeld. Op partijen rustte een inspanningsverplichting om de data in het stappenplan te halen. Als dat niet mogelijk zou zijn, waren partijen verplicht met elkaar te overleggen over een aanpassing van de tijdslijnen met dien verstande dat, indien zij over die aanpassing geen overeenstemming zouden bereiken, zij de intentieovereenkomst konden ontbinden zoals op bladzijde 6 van de intentieovereenkomst onder het kopje
‘Data overeenkomst’is vermeld
.
‘Introductie en achtergrond’is vermeld dat de intentieovereenkomst ‘
is opgesteld om de overeengekomen voorwaarden tot koop c.q. verkoop (…) op hoofdlijnen vast te leggen’en
‘De tussen Koper en Verkoper te sluiten overeenkomst (…) zal (…) worden uitgewerkt door een nader aan te wijzen notaris.’ en onder het kopje
‘Exclusiviteit’staat dat exclusiviteit is overeengekomen tot aan de datum van ondertekening van de nog te sluiten koopovereenkomst. Daaruit volgt dat tussen partijen nog een koopovereenkomst zou moeten worden gesloten alvorens tot levering en betaling van het onroerend goed te komen. In dit verband is als een van de stappen in het stappenplan vermeld
“Ondertekening koopovereenkomst”waarvoor als streefdatum was opgenomen 15 januari 2020 (twee maanden na ondertekening van de intentieovereenkomst). Kortom, partijen zouden eerst in een later stadium, na uitvoering van de afspraken in het stappenplan waaronder het (proberen te) verkrijgen van een voor partijen conveniërende startnotitie, tot het sluiten van een koopovereenkomst met betrekking tot het onroerend goed komen. Dit strookt ook met het feit dat in de intentieovereenkomst is vermeld dat levering eerst zal kunnen geschieden nadat de termijn voor inroeping/in vervulling gaan van de voorbehouden is verlopen, in welk verband is bepaald dat levering eerst in de 2e helft van 2020 zou kunnen geschieden. Daarbij komt dat partijen nog geen overeenstemming hadden over de exacte koopprijs, aangezien die afhankelijk was van de haalbaarheid van de uitgangspunten in de KBA en dat omtrent die haalbaarheid eerst in een later stadium duidelijkheid kon worden verkregen. Ook de leveringsdatum stond nog niet vast. Anders dan CW Amsterdam betoogt, hadden partijen dus nog geen overeenstemming over de essentialia van een koopovereenkomst zoals de koopprijs en de datum van levering. Partijen hadden, zoals hiervoor overwogen, slechts een inspannings-verplichting op zich genomen om de in het stappenplan vermelde streefdata te halen.
“U kunt natuurlijk op de ontwikkelingsvisie voor Kostverlorenhof wachten, maar als u snel wilt schakelen dat is mijn advies om met een flink bescheidener plan te komen.”
de gemeenteraad van Amstelveen de Startnotitie met bijbehorende anterieure overeenkomst heeft vastgesteld met een voor de Koper beoogd en ingerekend plan op basis van de KBA.Dat betekent dat Peak c.s. zouden onderhandelen met de gemeente en dat het afhankelijk van het resultaat van die onderhandelingen zou zijn of de bedoelde startnotitie zou worden afgegeven. CW Amsterdam was hiermee dus akkoord en kan Peak c.s. daarom niet tegenwerpen dat zij tot driemaal toe de uitgangspunten hebben genegeerd die door de Woonagenda en de Factsheet wonen zijn gesteld en dat de gemeente geen, althans minimale, ruimte had om van deze uitgangspunten af te wijken. Immers, indien Peak c.s. een ontwerp had ingediend dat volledig aan de wensen van de gemeente voldeed, dan zou het in de KBA overeengekomen minimum rendement niet zijn behaald en zou een eventueel op dat ontwerp afgegeven startnotitie niet conveniërend zijn geweest. Ook in dat geval zou dus niet aan de in de intentieovereenkomst opgenomen voorwaarde zijn voldaan. Daarbij komt dat zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet valt in te zien dat de gemeente een voor partijen conveniërende startnotitie (oftewel: een startnotitie in lijn met de minimale uitgangspunten in de KBA) zou hebben afgegeven als Peak c.s. nog voortvarender hadden gehandeld en zich aan de door de gemeente gestelde uitgangspunten hadden gehouden. Uit de hiervoor aangehaalde correspondentie volgt immers dat de gemeente alle initiatieven rondom Kostverlorenhof in samenhang zou beoordelen hetgeen meer tijd in beslag zou nemen, en dat de gemeente eerst een beknopte gebiedsvisie wilde opstellen voordat zij initiatieven inhoudelijk zou beoordelen. Tevens volgt uit de brief van de gemeente dat het geenszins zeker was dat de plannen van Peak c.s. op goedkeuring zouden rekenen gelet op het verzet van omwonenden tegen vergelijkbare bouwinitiatieven elders in de stad. Tegen deze achtergrond heeft CW Amsterdam - aan wie vorenbedoelde correspondentie was gericht en van wie de bestuurder Cohen advocaat is en redelijkerwijs moet hebben begrepen dat de gemeente tijdelijk op de rem had getrapt - niet toegelicht hoe de gemeente op 1 juli 2020 of korte tijd later een voor partijen conveniërende startnotitie zou hebben afgegeven. Het bewijsaanbod van CW Amsterdam wordt bij gebreke van feiten en omstandigheden die, indien bewezen, tot een ander oordeel zouden kunnen leiden, als te vaag gepasseerd. Grief II faalt.