Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde 1] ,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
- Ondeugdelijke / gebrekkige verlagen verwijderen.
- Ondergrond grondig reinigen / schuren en herstellen.
- Ondeugdelijke / gebrekkige verlagen verwijderen.
- Ondergrond grondig reinigen / schuren en herstellen.
- Ondeugdelijke / gebrekkige verlagen verwijderen.
- Ondergrond grondig reinigen / schuren en herstellen.
€ 2.220,00
3.Beoordeling
“Eventuele houtrot reparaties zijn exclusief op deze offerte”. Dat betekent dat werkzaamheden die gemoeid zijn met reparatie van houtrot niet vallen onder de geoffreerde en door [appellante] voor akkoord ondertekende werkzaamheden. Dat partijen zulks zijn overeengekomen volgt daarnaast uit de hiervoor onder 2 sub (v) tot en met (xi) weergegeven correspondentie. Naar [geïntimeerden] terecht hebben aangevoerd, blijkt uit die correspondentie immers dat het verwijderen van houtrot door [appellante] was uitbesteed aan een derde, genaamd [naam] , die die werkzaamheden tegen een gereduceerd tarief kon verrichten, en dat [appellante] vanwege de daarmee gemoeide kosten heeft afgezien van het aanbod van [geïntimeerden] om werkzaamheden betreffende het verwijderen van kleine houtrot ook te verrichten, welk aanbod vooral was gedaan uit praktisch oogpunt zoals dat valt te lezen in het hiervoor onder 2 sub (v) weergegeven e-mailbericht. Aldus moet worden geoordeeld dat, anders dan [appellante] heeft gesteld, het verwijderen van houtrot niet onder de opgedragen werkzaamheden viel. De verwijzing van [appellante] naar de omschrijving
“Ondergrond grondig reinigen/ schuren en herstellen”in de offerte kan tegen de achtergrond van het voorgaande redelijkerwijs niet zo worden begrepen dat daaronder ook valt het verwijderen van houtrot.
“Wat er nog gedaan moet worden aan de panden”, zoals [appellante] zelf heeft geschreven in haar hiervoor onder 2 sub (x) weergegeven WhatsApp bericht en waarop [geïntimeerden] vervolgens diezelfde dag nog hebben geantwoord “
er moet behoorlijk wat gedaan worden”(zie het hiervoor onder 2 sub (xi) weergegeven WhatsApp bericht). Uit dit laatstgenoemde bericht volgt bovendien dat partijen nog zouden spreken over de planning van de resterende werkzaamheden en de door [naam] noodzakelijkerwijs nog te verrichten houtrotverwijderingswerkzaamheden om te voorkomen dat [geïntimeerden] vertraging zouden oplopen bij het verrichten van hun werkzaamheden. Het voorgaande betekent dat van oplevering van het werk op dat moment geen sprake is geweest en dat daarom ook niet kan worden gesproken van een tekortkoming in de nakoming van de verplichting tot het uitvoeren van de overeengekomen werkzaamheden. [appellante] had dan ook niet de bevoegdheid de overeenkomst te ontbinden. Voor zover [appellante] een beroep heeft gedaan op artikel 7:756 BW, komt haar op grond van die bepaling evenmin de bevoegdheid tot ontbinding toe. Immers, niet kan worden gezegd dat reeds vóór de vastgestelde tijd van oplevering het waarschijnlijk was dat het werk niet of niet behoorlijk zou worden opgeleverd nu niet is gebleken dat partijen een exacte datum voor oplevering hebben vastgesteld. Voor zover partijen zijn overeengekomen dat de werkzaamheden vóór mei 2021 zouden worden opgeleverd, kan evenmin worden gezegd dat het waarschijnlijk was dat de werkzaamheden tegen die tijd niet zouden zijn opgeleverd. Integendeel, blijkens het hiervoor onder 2 sub (v) weergegeven e-mailbericht gingen [geïntimeerden] ervan uit dat een oplevering eind maart 2021 zelfs tot de mogelijkheden behoorde als het weer zou meezitten. Voor zover [appellante] als alternatieve grondslag een beroep heeft gedaan op de mogelijkheid van termijnstelling-uitlating-kwaliteit teneinde te betogen dat [geïntimeerden] zonder ingebrekestelling in verzuim zijn geraakt (artikel 6:80 BW) heeft te gelden dat [appellante] [geïntimeerden] geen termijn heeft gesteld, waardoor niet kan worden gezegd dat [geïntimeerden] niet of onvoldoende hebben gereageerd.