ECLI:NL:GHAMS:2024:1033

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 maart 2024
Publicatiedatum
19 april 2024
Zaaknummer
000879-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vergoeding van kosten in strafzaak met betrekking tot artikel 529 en 530 Sv

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 maart 2024 uitspraak gedaan op een verzoekschrift van verzoeker, geboren in 1983, die via zijn advocaat, mr. M.L. van Gaalen, een vergoeding heeft aangevraagd voor kosten die hij heeft gemaakt in verband met zijn strafzaak. Het verzoekschrift is op 13 november 2023 ingediend en de advocaat-generaal heeft op 31 januari 2024 zijn standpunt kenbaar gemaakt. Tijdens de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer op 27 februari 2024 zijn verzoeker en zijn advocaat niet verschenen.

Verzoeker vraagt om een vergoeding van € 1.936,00 voor kosten die ten laste van hem zijn gekomen en die het belang van het onderzoek hebben gediend, alsook € 340,00 voor kosten van rechtsbijstand. Het hof heeft vastgesteld dat de kosten voor het rapport van dr. [naam] van Maastricht University, dat betrekking heeft op de betrouwbaarheid van de herkenning van verzoeker op een flitsfoto, het belang van het onderzoek hebben gediend. Het hof kent een bedrag van € 1.495,56 toe voor deze kosten, conform het Besluit tarieven in strafzaken 2003.

Daarnaast heeft het hof, op basis van artikel 530 Sv, gronden van billijkheid aanwezig geacht voor de toekenning van een vergoeding van € 340,00 voor de kosten van rechtsbijstand. Het hof heeft bepaald dat deze bedragen verrekend zullen worden met een openstaand bedrag dat verzoeker aan de Staat verschuldigd is. De beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het Gerechtshof Amsterdam en is ondertekend door de voorzitter en de griffier.

Uitspraak

beschikking
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling strafrecht
rekestnummer(s): 000879-23 (529 Sv) en 000880-23 (530 Sv)
parketnummer in hoger beroep: 23-000400-20
Beschikking op het verzoekschrift op de voet van artikel 529 en 530 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[verzoeker],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1983,
domicilie kiezende ten kantore van zijn advocaat, mr. M.L. van Gaalen,
Pieter Braaijweg 85, 1114 AJ te Amsterdam-Duivendrecht.

1.Procesverloop

Het verzoekschrift is op 13 november 2023 ingekomen.
Op 31 januari 2024 heeft de advocaat-generaal het standpunt van het openbaar ministerie kenbaar gemaakt.
Het hof heeft kennis genomen van de stukken in de strafzaak met voormeld parketnummer en heeft op 27 februari 2024 de advocaat-generaal ter gelegenheid van de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer gehoord. Verzoeker en zijn advocaat zijn met kennisgeving hiervan niet in raadkamer verschenen.

2. Inhoud van het verzoek

Het verzoek strekt tot het verkrijgen van een vergoeding ter zake van:
kosten die ten laste van de gewezen verdachte zijn gekomen en waarvan de aanwending het belang van het onderzoek heeft gediend, ten bedrage van € 1.936,00.
kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van onderhavige verzoekschriftprocedure ten bedrage van € 340,00.

3.Beoordeling van het verzoek

Bij arrest van dit hof van 16 oktober 2023 is de strafzaak met voormeld parketnummer geëindigd.
Het verzoekschrift is tijdig ter griffie van dit hof ingediend.
Ten aanzien van het verzoek op de voet van artikel 529 Sv
Verzoeker heeft in de strafzaak tegen hem een rapport laten opmaken door dr. [naam], verbonden aan Maastricht University, met betrekking tot de betrouwbaarheid van de herkenning van verzoeker op de flitsfoto.
Gebleken is dat de kosten het belang van het onderzoek hebben gediend.
Door dr. [naam] is 8 uur à € 200,00 exclusief btw gedeclareerd.
Gelet op het Besluit tarieven in strafzaken 2003 mag het tarief ten hoogste € 154,50 per uur exclusief btw bedragen. Het hof zal dus een bedrag toekennen ten bedrage € 1.495,56 (8 uren à € 154,50, vermeerderd met 21% vanwege betaalde btw).
Ten aanzien van het verzoek op de voet van artikel 530 Sv
Ingevolge het bepaalde in artikel 534, eerste lid, Sv heeft de toekenning van een schadevergoeding steeds plaats, indien en voor zover daartoe naar het oordeel van de rechter, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig zijn.
Gronden van billijkheid zijn aanwezig voor toekenning van een vergoeding ter zake van kosten rechtsbijstand in de onderhavige verzoekschriftprocedure tot een bedrag van € 340,00.
Uit de inhoud van het dossier en het verhandelde in raadkamer is gebleken dat de onderstaande geldsom vatbaar is voor verrekening overeenkomstig artikel 534, derde lid, Sv. Het hof zal het ex 530 Sv toegekende bedrag verrekenen met de door verzoeker aan de Staat verschuldigde geldboete.

4.Beslissing

Het hof :
Kent op de voet van artikel 529 Sv aan verzoeker een vergoeding toe van € 1.495,56 (duizend vierhonderdvijfennegentig euro en zesenvijftig cent).
Kent op de voet van artikel 530 Sv aan verzoeker een vergoeding toe van € 340,00 (driehonderdveertig euro).
Bepaalt de verrekening van bovenstaand bedrag met de onderstaande geldsom:
CJIB-nummer openstaand bedrag verrekening
[nummer] € 197,74 € 197,74
Wijst het anders of meer verzochte af.
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan verzoeker.
Deze beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mrs. R.A.E. van Noort, B.E. Dijkers en R. van der Heijden, in tegenwoordigheid van mr. P.M. Groenenberg als griffier, is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van dit hof van 19 maart 2024. .
De voorzitter beveelt:
de tenuitvoerlegging van deze beschikking door overmaking van
  • € 197,74 (honderdzevenennegentig euro en vierenzeventig cent) op bankrekeningnummer [rekeningnummer 1] t.n.v. CJIB o.v.v. [nummer];
  • € 1.637,82 (duizend zeshonderdzevenendertig euro en tweeëntachtig cent) op bankrekeningnummer [rekeningnummer 2] t.n.v. [tnv] o.v.v. schadevergoeding [verzoeker].
Amsterdam, 19 maart 2024,
mr. R.A.E. van Noort, voorzitter.