ECLI:NL:GHAMS:2024:1025
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Vergoeding voor kosten van rechtsbijstand en schadevergoeding in verzoekschriftprocedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 maart 2024 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure, waarin verzoeker om vergoeding van kosten heeft verzocht. Het verzoekschrift is op 3 oktober 2023 ingekomen en is behandeld in raadkamer op 30 januari 2024. De advocaat-generaal heeft op 24 januari 2024 het standpunt van het openbaar ministerie kenbaar gemaakt. Het hof heeft op 13 februari 2024 een tussenbeschikking gewezen en op 27 februari 2024 is de advocaat-generaal gehoord tijdens de openbare behandeling van het verzoekschrift. Verzoeker en zijn advocaat zijn niet in raadkamer verschenen.
Verzoeker heeft verzocht om een schadevergoeding van € 520,00 voor geleden schade als gevolg van een ondergane verzekering in de strafzaak, en om vergoeding van kosten van rechtsbijstand ter hoogte van € 340,00. Het hof heeft vastgesteld dat de strafzaak met het bijbehorende parketnummer is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. Het hof heeft geoordeeld dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn voor de toekenning van de schadevergoeding van € 520,00 en de kosten van rechtsbijstand van € 340,00.
De beslissing van het hof houdt in dat verzoeker de gevraagde vergoedingen wordt toegekend, en dat de beschikking onverwijld aan verzoeker moet worden betekend. De totale vergoeding bedraagt € 860,00, die op een door verzoeker opgegeven bankrekening moet worden overgemaakt. De beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken tijdens de openbare zitting van het hof.