ECLI:NL:GHAMS:2024:1022
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- B.A.A. Postma
- R.D. van Heffen
- A.M. Koolen - Zwijnenburg
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep in ontnemingszaak wegens intrekking grieven
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 7 maart 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 11 juli 2023. De betrokkene, geboren in 1983, was eerder veroordeeld voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en was verplicht gesteld tot betaling van een geldbedrag van € 13.698,88 ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen deze vonnissen, maar heeft op 5 maart 2024 via e-mail laten weten het hoger beroep niet te willen handhaven. Het hof heeft vastgesteld dat de intrekking van het hoger beroep niet meer mogelijk was, aangezien het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep al was aangevangen op 7 november 2023. Gezien de intrekking van de grieven en het ontbreken van enig rechtens te respecteren belang, heeft het hof de betrokkene niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, conform de vordering van de advocaat-generaal en op basis van artikel 416 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters in de zitting aanwezig waren en de uitspraak op de openbare terechtzitting is gedaan.