ECLI:NL:GHAMS:2024:1012

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
4 april 2024
Publicatiedatum
19 april 2024
Zaaknummer
23-001549-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep na afstand van rechtsmiddelen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 4 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 11 mei 2023 was gewezen. De verdachte, geboren in 1976, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. Tijdens de behandeling van de zaak in eerste aanleg hebben zowel de verdachte als de officier van justitie afstand gedaan van de mogelijkheid om tegen het vonnis in beroep te gaan. Dit werd bevestigd door een bericht van de griffier van 17 oktober 2023, waarin werd verzocht om goedkeuring voor het niet uitwerken van het ingestelde appel, gezien de gedane afstand van rechtsmiddelen.

Het hof heeft vastgesteld dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die de afstand van rechtsmiddelen ongeldig zouden maken volgens artikel 381, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering. Gezien deze feiten heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters A.E. Kleene-Krom, D. Radder en A.M.P. Geelhoed aanwezig waren. De uitspraak vond plaats tijdens een openbare terechtzitting op 4 april 2024.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001549-23
datum uitspraak: 4 april 2024
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 11 mei 2023 in de strafzaak onder parketnummer 13-111656-23 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1976,
postadres: [adres].

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 4 april 2024.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
De advocaat-generaal heeft kennis genomen van de vordering van de advocaat-generaal strekkende tot niet-ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep en van hetgeen door de raadsman en de verdachte naar voren is gebracht.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Blijkens de aantekening mondeling vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 11 mei 2023 alsmede de zittingsaantekeningen van de behandeling in eerste aanleg is zowel door de verdachte als door de officier van justitie afstand gedaan van de bevoegdheid om tegen het op tegenspraak gewezen vonnis waarvan beroep een rechtsmiddel aan te wenden. Dit vindt zijn bevestiging in een bericht van de griffier van 17 oktober 2023 waarin verzocht wordt om goedkeuring voor het niet uitwerken van het ingestelde appel gelet op het feit dat zowel de verdachte als de officier van justitie ter terechtzitting afstand hebben gedaan.
Van bijzondere omstandigheden die aanleiding geven tot het oordeel dat de gedane afstand niet kan gelden als afstand op grond van artikel 381, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering is het hof niet gebleken.
Op grond van het vorenstaande zal het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaren in het tegen het onderhavige vonnis ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.E. Kleene-Krom, mr. D. Radder en mr. A.M.P. Geelhoed, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Tilburg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 4 april 2024.