ECLI:NL:GHAMS:2023:96

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 januari 2023
Publicatiedatum
16 januari 2023
Zaaknummer
200.292.894/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake grafologisch onderzoek in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 17 januari 2023 een tussenuitspraak gedaan in een hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen [appellant] en [geïntimeerde] over de authenticiteit van een document dat grafologisch onderzocht moet worden. Het hof heeft eerder op 13 september 2022 een tussenarrest uitgesproken en verwees naar dat arrest voor het eerdere verloop van het geding. Beide partijen hebben een akte uitlating na tussenarrest ingediend, waarin zij instemden met het aangekondigde deskundigenonderzoek en de vragen die aan de deskundige gesteld zullen worden. Echter, [geïntimeerde] heeft aangegeven dat zij alleen een kopie scanexemplaar van het te onderzoeken stuk heeft en geen origineel kan overleggen. Dit originele stuk zou zich volgens haar in een rode map bevinden die [appellant] bij zijn vertrek uit de woning heeft meegenomen.

Het hof heeft de stelling van [geïntimeerde] dat [appellant] het originele stuk in zijn bezit heeft verworpen, omdat de rechtbank eerder had geoordeeld dat [geïntimeerde] onvoldoende bewijs had geleverd voor haar vordering tot afgifte van de administratie door [appellant]. Het hof heeft vervolgens contact opgenomen met het bureau dat de deskundige zal benoemen en vastgesteld dat de deskundige alleen kan oordelen op basis van het kopie scanexemplaar. Daarom heeft het hof [geïntimeerde] gelast om dit kopie scanexemplaar uiterlijk op 31 januari 2023 ter griffie te deponeren, waarna het hof zal beslissen over het al dan niet gelasten van een deskundigenonderzoek.

De beslissing van het hof houdt in dat de zaak naar de rol van 14 februari 2023 wordt verwezen voor dagbepaling van het arrest, en dat verdere beslissingen worden aangehouden totdat het hof de uitkomst van het deskundigenonderzoek heeft ontvangen.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.292.894/01
zaak- en rolnummer rechtbank Noord-Holland : C/15/298214 / HA ZA 20-30
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 17 januari 2023
inzake
[appellant],
wonend te [woonplaats 1] ,
appellant,
advocaat: mr. R. Zwiers te Almere,
tegen
[geïntimeerde],
wonend te [woonplaats 2] ,
geïntimeerde,
advocaat: P. Tijsterman te Uithoorn.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna wederom [appellant] en [geïntimeerde] genoemd.
Het hof heeft in deze zaak op 13 september 2022 een tussenarrest uitgesproken (hierna: het tussenarrest). Voor het eerdere verloop van het geding in hoger beroep wordt naar dat arrest verwezen.
Partijen hebben vervolgens beide een akte uitlating na tussenarrest genomen.
Ten slotte is wederom arrest gevraagd.

2.Verdere beoordeling

2.1.
In hun onderscheiden akten hebben partijen onder andere te kennen gegeven akkoord te gaan met althans geen bezwaar te hebben tegen, het aangekondigde deskundigenonderzoek, de aan de deskundige te stellen vragen, de persoon van de deskundige en de hoogte van het gevraagde voorschot. Wel heeft [appellant] in zijn akte het stellen van een paar aanvullende vragen voorgesteld, waarop het hof onder 2.5 zal terugkomen.
2.2.
[geïntimeerde] heeft in haar akte na tussenarrest meegedeeld dat zij uitsluitend beschikt over ‘een kopie scanexemplaar’ van het grafologisch te onderzoeken stuk en daarom geen origineel stuk kan overleggen. Zij stelt dat het originele stuk zich bevindt in een rode map met haar administratie die [appellant] destijds bij zijn vertrek uit de woning in Nederland heeft meegenomen.
2.3.
Voor zover [geïntimeerde] met het voorgaande beoogt te stellen dat [appellant] over dit originele stuk beschikt, wordt deze stelling verworpen. Bij het bestreden vonnis heeft de rechtbank de (reconventionele) vordering van [geïntimeerde] , strekkende tot afgifte door [appellant] van haar administratie, afgewezen op de grond dat [geïntimeerde] , gelet op de betwisting van [appellant] , onvoldoende heeft gesteld om aan te nemen dat [appellant] de rode map met administratie onder zich heeft (rov. 4.17). Omdat [geïntimeerde] tegen dat oordeel niet incidenteel heeft geappelleerd, dient het hof van de juistheid daarvan uit te gaan. Daarmee is echter niet gegeven dat [geïntimeerde] het origineel (wel) in haar bezit heeft. Het hof zal er in het navolgende van uitgaan dat dit niet het geval is.
2.4.
Het hof heeft telefonisch contact gehad met het bureau waaraan de te benoemen deskundige verbonden is (verder: het bureau) met betrekking tot de vragen of kan worden vastgesteld dat het mogelijk grafologisch te onderzoeken kopie scanexemplaar door middel van – kort gezegd – manipulatie (knip- en plakwerk of anderszins) tot stand is gekomen en of het beoogde grafologisch onderzoek op basis van dat kopie scanexemplaar kan worden uitgevoerd. Omdat het bureau te kennen heeft gegeven deze vragen slechts te kunnen beantwoorden aan de hand van het mogelijk grafologisch te onderzoeken stuk, zal het hof [geïntimeerde] thans gelasten het door haar bedoelde kopie scanexemplaar ter griffie te deponeren. Vervolgens zal het hof dit stuk aan de te benoemen deskundige doen toekomen opdat deze – voor partijen kosteloos – de zojuist geformuleerde vragen, die slechts het oogmerk hebben te kunnen beoordelen of daadwerkelijk een deskundigenonderzoek zal moeten worden gelast, beantwoordt. Vervolgens zal het hof bij een volgend arrest partijen van de uitkomst van een en ander op de hoogte stellen en hetzij het eerder aangekondigde deskundigenonderzoek gelasten hetzij – zonder dat onderzoek te gelasten – verder beslissen.
2.5.
Omdat uit al het voorgaande volgt dat een eventueel grafologisch deskundigenonderzoek geen betrekking zal hebben op het originele stuk maar op een kopie scanexemplaar, zullen de door [appellant] in zijn akte na tussenarrest voorgestelde aanvullende vragen, die op de authenticiteit van het te onderzoeken stuk betrekking hebben, niet aan de te benoemen deskundige worden voorgelegd.
2.6.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.Beslissing

Het hof:
gelast [geïntimeerde] haar kopie scanexemplaar van het op 18 mei 2015 gedateerde stuk, uiterlijk op 31 januari 2023 ter griffie van het hof te deponeren, waarna het hof zal handelen als onder 2.4 vermeld;
verwijst de zaak naar de rol van 14 februari 2023 voor dagbepaling arrest;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.L.D. Akkaya, R.J.M. Smit en I.A. Haanappel-van der Burg en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 17 januari 2023.