Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Definitie loon bij ziekte
Artikel 8.2 Loon bij ziekte/arbeidsongeschiktheid voor werknemers met een min/max-contract
3.De procedure in eerste aanleg
€ 4.668,30 bruto. Een specificatie van dat bedrag ontbreekt.
4.4. Beoordeling
rief 1betoogt Kraam&Co dat de vordering van [geïntimeerde] in eerste aanleg ten onrechte is toegewezen, omdat zij (Kraam&Co) niet te weinig maar juist teveel zou hebben betaald aan [geïntimeerde].
Grief 2bestrijdt de toekenning van de wettelijke verhoging, nu volgens XXX geen sprake was/is van achterstallig salaris.
Met
grief 3betoogt XXX dat de transitievergoeding geen € 4.519,22 bruto bedraagt, maar € 3.079,02 bruto. Voorts beroept XXX zich op verrekening van de transitievergoeding met hetgeen zij volgens haar berekeningen teveel heeft betaald aan [geïntimeerde].
Grief 4richt zich tegen de compensatie van proceskosten.
heeft zich, onder verwijzing naar het bepaalde in de artikelen 8.2 en 4.2 van de cao op het standpunt gesteld dat het basissalaris moet worden berekend over de laatste drie maanden, en de structurele loonbestanddelen over de laatste 6 maanden vóór aanvang van de ziekte. [geïntimeerde] heeft voorts gesteld dat Kraam&Co bij de overige structurele loonbestanddelen over de laatste zes maanden vóór [geïntimeerde] ziek werd niet alle betaalde salariscomponenten heeft meegenomen bij haar berekening.
€ 1.106,53 bruto bij 100%. Dit bedrag is onjuist, zoals volgt uit hetgeen hiervoor onder 4.8 is overwogen;
-dit betekent dat de gehele berekening die daaronder is opgenomen en die voortbouwt op € 1.106,53 bruto, eveneens onjuist is;
-de berekening is van het verschuldigd loon (in alle varianten) is voorts onjuist/onvolledig omdat de cao-loonsverhogingen hierin niet (lijken te) zijn mee genomen;
-de kolom ‘betaald’ bevat een reeks wisselende bedragen, waarvan onduidelijk is welke componenten hier wel en niet in zitten, en hoe die zich verhouden tot de bedragen genoemd in de overgelegde loonstroken over de relevante periode.
grief 1onvoldoende onderbouwd en faalt deze. Dit betekent dat de toewijzing van het achterstallig salaris in stand blijft, en dat de kantonrechter terecht de (gematigde) wettelijke verhoging over dit bedrag heeft toegewezen, zodat ook
grief 2faalt.
grief 3komt Kraam&Co op tegen de toekenning door de kantonrechter van een transitievergoeding van € 4.519,22. De hoogte van de door de kantonrechter toegekende transitievergoeding lijkt te zijn gebaseerd op de door [geïntimeerde] in eerste aanleg als productie 6 overgelegde berekening van een referentieloon van € 2.341,12 bruto, die overigens niet is gespecificeerd. Dit loon is volgens Kraam&Co onjuist.
Volgens Kraam&Co zou de transitievergoeding niet hoger moeten zijn dan € 3.079,02 bruto, rekening houdend met een referentieloon van € 1.595,80 bruto. Een toelichting op dit referentieloon en/of een berekening van de lagere transitievergoeding ontbreekt.
Ten aanzien van het (vaste) loon volgt uit artikel 1 dat een periode van 12 maanden voorafgaand aan het einde van het dienstverband bepalend is. Uit ECLI:NL:HR:2019:632 volgt dat in geval van ziekte, een voorverlenging plaatsvindt omdat periodes van ziekte niet meetellen. Dit zou ertoe leiden dat in het onderhavige geval de referteperiode in beginsel loopt van februari 2018 tot en met januari 2019. Geen van beide partijen heeft informatie over gelegd over het door [geïntimeerde] genoten salaris in deze periode.
grief 4faalt.