Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
- i) De Alliantie is eigenares van de woning gelegen aan [straatnaam] 4 te [plaats] (hierna: het gehuurde). Het gehuurde wordt door De Alliantie aangeduid als een zogenoemde kangoeroewoning, wat betekent dat deze behoort tot een samenstel van woningen die worden verhuurd aan personen die zijn belast met de zorg voor de ander.
- ii) Tussen (de rechtsvoorganger van) De Alliantie als verhuurster en [naam 1] (geboren op [geboortedatum] ) als huurder bestaat sinds 11 februari 1994 een huurovereenkomst met betrekking tot de woning. De huur bedroeg laatstelijk € 469,39 per maand.
- iii) De woning boven het gehuurde ( [straatnaam] 6) is op 11 februari 1994 verhuurd aan [naam 2] , de zoon van [naam 1] , met zijn gezin. Dit gezin bestond in 1996 uit negen personen, onder wie [appellant] .
- iv) [appellant] is de zoon van [naam 2] (hierna: de vader) en de kleinzoon van [naam 1] (hierna: de grootvader).
- v) [appellant] staat sinds 15 november 2017 in de Basisregistratie Personen (hierna: de BRP) ingeschreven op het adres van het gehuurde.
- vi) [appellant] en de grootvader hebben op 15 november 2017 een samenlevingsovereenkomst gesloten, waarin onder meer het volgende staat vermeld:
- vii) De grootvader is op 1 maart 2020 overleden.
- viii) Naar aanleiding van het overlijden van de grootvader heeft [appellant] telefonisch contact opgenomen met De Alliantie en verzocht om het huurcontract te mogen overnemen. Bij e-mail van 4 maart 2020 heeft De Alliantie het verzoek van [appellant] afgewezen.
- ix) Bij e-mail van 25 april 2020 heeft [appellant] nogmaals toegelicht waarom hij de huurovereenkomst wil overnemen en stuurt hij bewijsstukken toe om aan te tonen dat hij met de grootvader een duurzame gemeenschappelijke huishouding heeft gevoerd.
- x) Bij brief van 20 mei 2020 heeft De Alliantie aan [appellant] bericht dat de informatie in zijn e-mail van 6 mei 2020, gecombineerd met de meegestuurde documenten, geen bewijs opleveren van het bestaan van een duurzame gemeenschappelijke huishouding tussen [appellant] en de grootvader, zodat De Alliantie geen reden ziet om terug te komen op haar eerdere afwijzing van 4 maart 2020.
- xi) In een ongedateerde verklaring van de vader van [appellant] staat onder meer het volgende vermeld:
duurzaamop zich had genomen. Daarbij kan mede betekenis worden toegekend aan het al dan niet ontbreken van wederkerigheid in de relatie tussen [appellant] en de grootvader.
naar vermogenwordt bijgedragen aan de kosten van de huishouding en
aan elkaarhulp en ondersteuning wordt geboden. Het hof heeft echter, net als de kantonrechter, geheel geen beeld kunnen krijgen van de onderlinge kostenverdeling, waardoor de financiële verwevenheid ook in hoger beroep niet – althans, onvoldoende – is aangetoond. Dat [appellant] boodschappen en vaste lasten van gepind contant geld betaalde, is onvoldoende gemotiveerd en derhalve niet aannemelijk geworden. Voor zover [appellant] stelt dat pinopnames van contant geld voldoende zijn om aan te tonen dat hij daarvan boodschappen deed, miskent hij dat hij in het geheel geen verklaringen heeft overgelegd die deze stelling onderbouwen. Ook een andere onderbouwing van deze stelling, bijvoorbeeld door middel van bonnetjes of het bestaan van een en/of-rekening, ontbreken in het onderhavige geval. Ook is niet duidelijk of hij andere vaste lasten betaalde en/of welke kosten door de grootvader werden betaald. Met name heeft [appellant] verzuimd een overzicht over te leggen waaruit – op verifieerbare wijze – hun gezamenlijke uitgaven en inkomsten blijken, waarmee een totaaloverzicht van hun financiële verwevenheid had kunnen worden geschetst. Voor zover [appellant] betoogt dat de grootvader heeft kunnen meeprofiteren van het door hem gefinancierde omvangrijke onderhoud in het gehuurde, heeft De Alliantie voldoende gemotiveerd betwist dat [appellant] daarvoor de financiële armslag had en schiet de door hem in hoger beroep overgelegde (te algemene en niet onderbouwde) verklaring van [naam 3] daarvoor tekort. Dat de zorg – waarvan De Alliantie overigens heeft betwist dat [appellant] deze heeft verleend – bovendien een eenzijdig karakter had, zodat geen sprake is geweest van wederkerigheid, is door [appellant] niet betwist en wordt derhalve door het hof aangenomen.
duurzamegemeenschappelijke huishouding.