ECLI:NL:GHAMS:2023:778

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
2 februari 2023
Publicatiedatum
30 maart 2023
Zaaknummer
23-004113-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van wederspannigheid en mishandeling van politieambtenaren na tegenstrijdige camerabeelden en verklaringen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1996, was aangeklaagd voor het mishandelen van een politieambtenaar en voor wederspannigheid tijdens zijn aanhouding op 8 mei 2019 in Amsterdam. De tenlastelegging omvatte het slaan van de politieambtenaar [slachtoffer01] en het verzetten tegen de aanhouding door meerdere politieambtenaren. Tijdens de rechtszittingen in hoger beroep op 22 april 2021 en 19 januari 2023 heeft het hof de verklaringen van de verbalisanten en de beschikbare camerabeelden beoordeeld. Het hof kwam tot de conclusie dat de camerabeelden (deels) niet of onvoldoende overeenkwamen met de verklaringen van de verbalisanten, wat leidde tot twijfels over de bewijsvoering. Het hof oordeelde dat de beschikbare bewijsmiddelen niet de vereiste mate van overtuiging boden om de verdachte schuldig te verklaren voor de tenlastegelegde feiten. Daarom werd het vonnis van de politierechter vernietigd en werd de verdachte vrijgesproken van zowel de mishandeling als de wederspannigheid. De uitspraak benadrukt het belang van consistente en overtuigende bewijsvoering in strafzaken.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004113-19
datum uitspraak: 2 februari 2023
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 29 oktober 2019 in de strafzaak onder parketnummer
13-111065-19 tegen:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1996,
adres: [adres01] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
22 april 2021 en 19 januari 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 8 mei 2019 te Amsterdam, een ambtenaar, [slachtoffer01] , gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening heeft mishandeld door die [slachtoffer01] te slaan/stompen op/tegen het hoofd;
2.
hij op of omstreeks 8 mei 2019 te Amsterdam, zich met geweld en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen een ambtenaar, [slachtoffer02] en/of [slachtoffer03] en/of [slachtoffer04] en/of
[slachtoffer05] en/of [slachtoffer01] , werkzaam in de rechtmatige oefening van zijn/hun bediening, te weten de aanhouding van verdachte, door eenmaal of meermalen (met kracht)
- te duwen en/of trekken in een richting tegengesteld aan die waarin die ambtena(a)r(en) verdachte trachtte(n) te geleiden en/of
- ( hevig) met zijn armen en/of benen te zwaaien/bewegen en/of
- zich door zijn benen te laten zakken en/of
- zich af te zetten tegen de grond.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 1 en 2 is tenlastegelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Het hof heeft op grond van de in het dossier aanwezige wettige bewijsmiddelen en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep niet de voor een bewezenverklaring vereiste mate van overtuiging gekregen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan hetgeen hem onder 1 en 2 is tenlastegelegd. Daarbij overweegt het hof dat de beschikbare camerabeelden (deels) niet of onvoldoende stroken met de verklaringen van de verbalisanten zoals opgenomen in het proces-verbaal van bevindingen van 8 mei 2019. De ter zitting van 19 januari 2023 afgelegde verklaringen van de verbalisanten hebben deze lacunes niet ondervangen. Het hof zal de verdachte daarom van beide feiten vrijspreken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.R.O. Mooy, mr. S. Clement en mr. A. Dantuma-Hieronymus, in tegenwoordigheid van
mr. S. Geensen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
2 februari 2023.
Mr. A. Dantuma-Hieronymus is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]