Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van de procedure bij de rechtbank
2.De procedure in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
ten aanzien van de reguliere zorgregeling:
oneven weken van donderdag uit school tot maandagochtend naar school bij de man verblijft. Ten aanzien van de even weken kan de man zich vinden in de door de rechtbank vastgestelde zorgregeling, te weten dat de man [minderjarige ] op donderdag uit school haalt en op vrijdag naar school brengt.
5.De motivering van de beslissing
voorjaars/krokusvakantiezal het hof, net als de rechtbank, bepalen dat [minderjarige ] vanaf 2023 in de oneven jaren bij de vrouw verblijft en in de even jaren bij de man. Deze regeling voldoet aan de wens van de man om een substantiële rol in het leven van [minderjarige ] te spelen en het hof ziet geen reden waarom de door de man in hoger beroep verzochte regeling voor de voorjaarsvakantie meer in haar belang zou zijn.
meivakantiezal het hof bepalen dat in het geval dat de meivakantie één week beslaat, deze week bij helfte zal worden gedeeld waarbij [minderjarige ] het eerste deel van de week bij de man zal zijn en het tweede deel bij de vrouw en waarbij het wisselmoment op de woensdag om 12.00 uur zal zijn. In het geval dat de meivakantie twee weken beslaat, zal [minderjarige ] in de oneven jaren de eerste week bij de man zijn en de tweede week bij de vrouw en in de even jaren andersom.
zomervakantieoverweegt het hof dat de rechtbank met goede reden een opbouw heeft bepaald, gelet op de omstandigheid dat [minderjarige ] (nog steeds) last lijkt te hebben van de spanningen tussen de ouders en daarnaast dat het herstel van de verhoudingen tussen de ouders nog pril is en zij nog een weg te gaan hebben op het gebied van vertrouwen en vermindering van spanningen. Het hof acht de door de rechtbank bepaalde regeling ten aanzien van de zomervakantie, te weten dat [minderjarige ] vanaf 2023 in de zomervakantie één week bij de man zal verblijven en vanaf 2024 twee weken, het meest in [minderjarige ] ’s belang.
herfstvakantiezal het hof, net als de rechtbank, bepalen dat [minderjarige ] vanaf 2023 in de oneven jaren bij de man verblijft en in de even jaren bij de vrouw. Het hof verwijst naar de overweging ten aanzien van de voorjaarsvakantie zoals hierboven weergegeven.
kerstvakantiezal het hof bepalen dat [minderjarige ] vanaf 2023 in de oneven jaren de eerste week bij de vrouw zal verblijven en de tweede week bij de man en in de even jaren andersom.
Paasdagenen de
Pinksterdagenzal het hof de verzoeken van de man toewijzen en bepalen dat, indien eerste Paasdag en eerste Pinksterdag in een regulier omgangsweekend van de man vallen, de man [minderjarige ] op maandag om 17.00 uur naar de vrouw brengt.
Hemelvaartzal het hof bepalen dat indien Hemelvaart in een oneven week valt, en aldus aansluit op het omgangsweekend bij de man, [minderjarige ] op donderdag om 10.00 uur naar de man wordt gebracht.
lesvrije dagenoverweegt het hof dat als deze op omgangsdagen van de man vallen, [minderjarige ] in plaats van naar school door de vrouw naar de man zal worden gebracht. Het hof constateert verder dat tussen partijen niet in geschil is dat als de overdracht niet via school of buitenschoolse opvang gaat, de vrouw [minderjarige ] naar de man brengt en de man [minderjarige ] naar de vrouw brengt.