Uitspraak
K
Procesgang
EUR 14.398,37aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 17 december 2020. De rechtbank had de vordering van het openbaar ministerie tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel afgewezen. De betrokkene, geboren in 2000, had hoger beroep ingesteld tegen deze afwijzing en tegen een eerdere veroordeling voor computervredebreuk en oplichting. Het hof heeft vastgesteld dat de afwijzing van de ontnemingsvordering gelijkgesteld kan worden met een vrijspraak. Dit betekent dat er geen mogelijkheid is voor hoger beroep tegen deze beslissing, zoals bepaald in artikel 511g van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft de betrokkene daarom niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De uitspraak is gedaan na onderzoek ter terechtzitting op 9 maart 2023, waarbij het hof kennis heeft genomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de betrokkene en zijn raadsman. De beslissing van het hof is uitgesproken in een openbare zitting, waarbij de meervoudige strafkamer aanwezig was.