ECLI:NL:GHAMS:2023:735

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 maart 2023
Publicatiedatum
23 maart 2023
Zaaknummer
23-000350-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van vonnis en bewezenverklaring van schuldwitwassen in hoger beroep

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 23 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1998, was eerder veroordeeld voor schuldwitwassen van een bedrag van € 1.625,79, dat afkomstig was van Whatsappfraude. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat dit enkel een aantekening bevatte op basis van artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering. Tijdens de zittingen op 17 februari en 9 maart 2023 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging gehoord. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het eerdere vonnis en voerde aan dat haar pinpas zonder haar medeweten was ontvreemd. Het hof oordeelde echter dat de verdachte niet aannemelijk had gemaakt dat zij niet op de hoogte was van de overboekingen naar haar rekening, die kort na ontvangst waren opgenomen. Het hof concludeerde dat de verdachte redelijkerwijs moest vermoeden dat het geld uit een misdrijf afkomstig was, en heeft haar schuldig bevonden aan schuldwitwassen. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 30 uren, subsidiair 15 dagen hechtenis. Daarnaast werd de vordering van de benadeelde partij, die schadevergoeding eiste voor de geleden schade door de fraude, integraal toegewezen. Het hof heeft vastgesteld dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak was overschreden, maar heeft dit niet als een belemmering voor de strafoplegging gezien.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000350-20
datum uitspraak: 23 maart 2023
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 29 januari 2020 in de strafzaak onder parketnummer 15-243687-19 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1998,
adres: [adres01] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
17 februari 2023 en 9 maart 2023.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en haar raadsman naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijziging is aan de verdachte tenlastegelegd dat:
Primair
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 7 oktober 2018 tot en met 8 oktober 2018 te Heemstede en/of Amersfoort, althans in Nederland, tezamen en in verenging met een ander/anderen, althans alleen, een voorwerp, te weten enig geldbedrag (van in totaal 1.625,79 euro) heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet en/of van een voorwerp, te weten van enig geldbedrag (van in totaal 1.625,79 euro) gebruik heeft gemaakt, terwijl zij en/of haar mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk –onmiddellijk of middellijk – afkomstig was uit enig misdrijf;
Subsidiair
(een) onbekend gebleven perso(o)n(en) op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 7 oktober 2018 tot en met 8 oktober 2018 te Heemstede en/of Amersfoort, althans in Nederland, tezamen en in verenging met een ander/anderen, althans alleen, een voorwerp, te weten enig geldbedrag (van in totaal 1.625,79 euro) heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet en/of van een voorwerp, te weten van enig geldbedrag (van in totaal 1.625,79 euro) gebruik heeft gemaakt, terwijl zij en/of hun mededader(s) wist (en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was uit enig misdrijf,
aan welk misdrijf verdachte behulpzaam en/of opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft door op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 7 oktober 2018 tot en met 8 oktober 2018 te Heemstede en/of Amersfoort, althans in Nederland, haar bankrekening (met het nummer [iban_nummer01] ) en/of haar bankpas (van bankrekeningnummer [iban_nummer01] ) ter beschikking te stellen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewijsoverweging

De raadsman heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken. Hij heeft hiertoe – kort gezegd – aangevoerd dat het dossier ruimte laat voor het door de verdediging geschetste alternatieve scenario, inhoudend dat de pinpas van de verdachte, zonder dat zij hiervan weet heeft gehad, is ontvreemd door één van haar naasten aan wie zij deze pas met bijbehorende pincode regelmatig uitleende.
Het hof overweegt als volgt.
Op 7 en 8 oktober 2018 zijn er verschillende overboekingen gedaan naar de bankrekening van de verdachte, voor een bedrag van in totaal € 1.625,79 door [benadeelde partij01] , die het slachtoffer was geworden van Whatsappfraude. De overgemaakte geldbedragen zijn vervolgens zeer kort na ontvangst op de rekening van de verdachte daarvan afgehaald middels pintransacties. De criminele herkomst van het geld is hiermee een gegeven.
De verdachte heeft in hoger beroep verklaard dat zij omstreeks de periode van het tenlastegelegde feit haar pinpas met enige regelmaat heeft uitgeleend aan haar toenmalige partner en twee vrienden, die haar pincode kenden. Deze weinig concrete verklaring is echter in strijd met de verklaring die de verdachte tijdens het verhoor bij de politie op 17 juni 2019 heeft afgelegd. Toen verklaarde de verdachte dat zij haar pinpas kwijt was en dat zij daarvan in juli 2018 aangifte had gedaan. In de politiesystemen was echter geen aangifte teruggevonden. De bankpas is pas op 8 oktober 2018 geblokkeerd vanwege de Whatsappfraude. De verdachte heeft dus tegenstrijdige verklaringen afgelegd over haar bankpas, en bij de politie een verklaring die aantoonbaar onjuistheden bevat. Het hof hecht dan ook geen geloof aan het in hoger beroep geschetste alternatieve scenario van de verdachte, waarvoor ook verder geen aanknopingspunten in het dossier te vinden zijn.
Nu de verdachte geen aannemelijke verklaring heeft gegeven voor het feit dat er een fors bedrag, dat door een misdrijf is verkregen, naar haar rekening is overgeboekt en hier korte tijd daarna met haar pinpas van is afgehaald, gaat het hof ervan uit dat zij weet had van de overboekingen en dat zij de beschikking had over het naar haar bankrekening overgemaakte geld en dat dus voorhanden heeft gehad.
Het hof is van oordeel dat de verdachte, gelet op het voorgaande, minst genomen redelijkerwijs had
moeten vermoeden dat het door de aangever overgeboekte geld op haar rekening van een misdrijf afkomstig was. Het hof komt daarmee tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde schuldwitwassen. Het dossier bevat geen aanwijzingen voor medeplegen, zodat de verdachte van dat onderdeel van de tenlastelegging wordt vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
zij op tijdstippen in de periode van 7 oktober 2018 tot en met 8 oktober 2018 te Amersfoort, althans in Nederland, een voorwerp, te weten een geldbedrag van in totaal 1.625,79 euro, heeft voorhanden gehad, terwijl zij redelijkerwijs moest vermoeden dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
schuldwitwassen.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een taakstraf van 30 uren subsidiair 15 dagen hechtenis.
De advocaat generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 20 uren subsidiair 10 dagen hechtenis.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan schuldwitwassen van een geldbedrag van €1.625,79, afkomstig van Whatsappfraude. Witwassen is een ernstig delict, nu dit het plegen van andere vermogensdelicten in stand houdt en het de integriteit van het financiële en economische verkeer schade toebrengt. De verdachte heeft hier aan bijgedragen Met haar handelen heeft zij bovendien een vorm van fraude gefaciliteerd en lonend gemaakt waarmee grof misbruik is gemaakt van het vertrouwen en de hulpvaardigheid van de heer [benadeelde partij01] , die zijn dochter wilde helpen met het betalen van haar rekeningen.
Voorts stelt het hof vast dat sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn in de zin van artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM). De verdachte heeft op 5 februari 2020 hoger beroep in doen stellen, terwijl het hof eerst thans, op 23 maart 2023 – ruim drie jaar later – uitspraak doet. Echter, nu aan de verdachte een taakstraf zal worden opgelegd van minder dan honderd uren, zal het hof volstaan met de constatering dat de redelijke termijn is overschreden.
Het hof acht, alles afwegende, een taakstraf van na te melden duur passend en geboden.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij01]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 1.632,22, bestaande uit materiële schade. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep geheel toegewezen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd tot het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot integrale toewijzing van de vordering.
Het hof overweegt als volgt.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag. De geleden schade staat in zo nauw verband met de bewezen verklaarde gedraging dat deze schade moet worden gezien als (ook) het gevolg van de bewezen verklaarde gedraging. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Het hof zal de schadevergoedingsmaatregel opleggen op de hierna te noemen wijze om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d, 36f en 420quater van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
30 (dertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
15 (vijftien) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij01]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij01] ter zake van het bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 1.632,22 (duizend zeshonderdtweeëndertig euro en tweeëntwintig cent) ter zake van materiële schade,
vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde partij01] , ter zake van het bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 1.632,22 (duizend zeshonderdtweeëndertig euro en tweeëntwintig cent) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 26 (zesentwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 7 oktober 2018.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R.P. den Otter, mr. V.M.A. Sinnige en mr. H.A. Stalenhoef, in tegenwoordigheid van
mr. L.C. de Groot, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
23 maart 2023.
=========================================================================
[…]