ECLI:NL:GHAMS:2023:664
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging vonnis en vrijspraak verdachte van tenlastegelegde in strafzaak betreffende verwerving van een door misdrijf verkregen goed
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 16 januari 2020 was gewezen. De verdachte, geboren in 2001, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hij was veroordeeld voor het verwerven van een auto, waarvan werd gesteld dat deze door misdrijf was verkregen. Tijdens de zitting op 30 januari 2023 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die pleitte voor vrijspraak van de verdachte. Het hof heeft de tenlastelegging beoordeeld en vastgesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen voor het tenlastegelegde feit. Het hof heeft daarbij opgemerkt dat eventuele taal- en schrijffouten in de tenlastelegging geen invloed hebben gehad op de verdediging van de verdachte.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken op de zitting van 13 februari 2023. Het arrest is ondertekend door de rechters, met uitzondering van mr. N.J.M. de Munnik, die buiten staat was om te ondertekenen.