Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verdere verloop van het geding
2.De verdere beoordeling
feitelijkbewust was van de mogelijkheid om haar vordering van € 734.076 (voor zover mogelijk) te verrekenen met het saldo op de rekening van [naam] .
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 3 januari 2023 uitspraak gedaan in een hoger beroep over de aansprakelijkheid van Van Lanschot Kempen Wealth Management N.V. jegens [appellante]. Het hof heeft eerder, in een tussenarrest van 24 mei 2022, geoordeeld dat Van Lanschot onrechtmatig heeft gehandeld jegens [appellante] door een uitkering uit een levensverzekering niet aan haar door te betalen. Het hof heeft partijen in de gelegenheid gesteld om de schade die [appellante] heeft geleden als gevolg van deze onrechtmatige daad te bespreken. [appellante] heeft een memorie na tussenarrest ingediend, waarin zij haar vorderingen heeft gepersisteerd, terwijl Van Lanschot heeft geconcludeerd dat [appellante] geen schade heeft geleden.
Het hof heeft vastgesteld dat Van Lanschot gehouden was om de uitkering van € 734.076 aan [appellante] door te betalen en dat het niet betalen van dit bedrag een onrechtmatige daad opleverde. Bij de schadeberekening moet rekening worden gehouden met de hypothetische situatie waarin Van Lanschot niet onrechtmatig had gehandeld. Het hof concludeert dat Van Lanschot, indien zij niet onrechtmatig had gehandeld, haar vordering tot het bedrag van € 409.604,10 op de nalatenschap van [naam] had kunnen verhalen. Dit bedrag is vastgesteld als de schade die [appellante] heeft geleden door het onrechtmatig handelen van Van Lanschot.
Het hof heeft Van Lanschot veroordeeld om aan [appellante] € 409.604,10 te betalen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 25 november 2016. Daarnaast is Van Lanschot veroordeeld in de proceskosten van beide instanties. Het hof heeft de bewijsaanbiedingen van partijen gepasseerd, omdat deze niet relevant waren voor de beslissing. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van financiële instellingen bij het handelen in overeenstemming met de wet en de gevolgen van onrechtmatig handelen voor de betrokken partijen.