ECLI:NL:GHAMS:2023:592

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
30 januari 2023
Publicatiedatum
10 maart 2023
Zaaknummer
23-001494-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van mensensmokkel door gebrek aan nauwe en bewuste samenwerking

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 1 april 2019. De verdachte, geboren in 1979, was beschuldigd van mensensmokkel, waarbij zij zou hebben geholpen bij de toegang en doorreis van een gezin uit een ander land. De tenlastelegging omvatte verschillende handelingen, zoals het geven van instructies, het onderhouden van contact, en het bieden van onderdak aan het gezin. Tijdens de zitting op 16 januari 2023 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte gehoord. De advocaat-generaal heeft vrijspraak gevorderd, stellende dat het enkel bieden van onderdak niet voldoende was voor een bewezenverklaring van mensensmokkel. Het hof heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en haar medeverdachten. Het hof concludeerde dat de verdachte niet had bijgedragen aan de wederrechtelijke toegang en doorreis van het gezin, en sprak haar vrij van de tenlastelegging. Het vonnis van de rechtbank werd vernietigd en het hof verklaarde niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde had begaan.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001494-19
datum uitspraak: 30 januari 2023
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 1 april 2019 in de strafzaak onder parketnummer 15-870641-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag 1] 1979,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 16 januari 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en haar raadsman naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank toegelaten wijziging is aan de verdachte tenlastegelegd dat:
zij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2015 tot en met 1 januari 2016 te Eindhoven en/of Ede en/of (elders in) Nederland en/of Frankrijk,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een of meer ander(en), te weten een persoon genaamd of althans zich noemende [naam 1] en/of [naam 2] en/of hun minderjarige kind
behulpzaam is/zijn geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland of Noorwegen, in elk geval een staat die is toegetreden
tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten
over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York
totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,
of hem/haar daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft,
immers heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s)
  • contact onderhouden met die [naam 1] en/of [naam 2] en/of
  • die [naam 1] en/of [naam 2] en/of hun minderjarig kind opgehaald en/of vervoerd en/of
  • die [naam 1] en/of [naam 2] en/of hun minderjarige kind van (tijdelijke) woonruimte voorzien (te Ede) en/of
  • vliegtickets (met als bestemming Verenigd Koninkrijk) voor die [naam 1] en/of [naam 2] en/of hun minderjarige kind aangeschaft en deze aan voornoemde perso(o)n(en) gegeven en/of
  • die [naam 1] en/of [naam 2] en/of hun minderjarige kind van (valse/vervalste) Griekse identiteitsdocument(en) voorzien en/of
  • die [naam 1] en/of [naam 2] en hun minderjarige kind naar de luchthaven van Eindhoven gebracht en/of (aldaar) op de luchthaven begeleid en/of
- die [naam 1] en/of [naam 2] (nadere) instructies en/of aanwijzingen gegeven,
terwijl verdachte, en/of haar mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof ten aanzien van de bewezenverklaring tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Vrijspraak

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden vrijgesproken, omdat het enkel bieden van onderdak aan [naam 1] , [naam 2] en hun minderjarige kind (hierna: het gezin) onvoldoende is om tot een bewezenverklaring te komen van het (medeplegen van het) behulpzaam zijn bij een wederrechtelijke toegang en doorreis door deze personen.
De raadsman heeft eveneens vrijspraak bepleit.
Het hof is van oordeel dat op basis van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting niet is vast komen te staan dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte, haar echtgenoot en haar zwager bij het behulpzaam zijn bij de wederrechtelijke toegang en doorreis van het gezin. Met de advocaat-generaal vindt het hof het enkele feit dat de verdachte het gezin tijdelijk onderdak heeft geboden in haar woning te [plaats] , onvoldoende om te kunnen concluderen dat de verdachte een dusdanige intellectuele en/of materiële bijdrage heeft geleverd dat sprake is van medeplegen. Dat zij ook de paspoorten van het gezin in een tas heeft gedaan, maakt de conclusie niet anders. Het hof zal de verdachte om deze reden vrijspreken van het ten laste gelegde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C.J. van der Wilt, mr. H.J.M. Smid-Verhage en mr. V.M.A. Sinnige, in tegenwoordigheid van mr. D. Damman, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 30 januari 2023.
mr. H.J.M. Smid-Verhage is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.