ECLI:NL:GHAMS:2023:576

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 maart 2023
Publicatiedatum
7 maart 2023
Zaaknummer
23-000743-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis inzake hennepkwekerij en diefstal van elektriciteit

Op 7 maart 2023 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, dat op 9 maart 2021 was gewezen. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1981, die was veroordeeld voor het kweken van hennep en diefstal van elektriciteit. Het hof heeft het hoger beroep behandeld na een zitting op 21 februari 2023, waarbij de verdachte en zijn raadsvrouw hun standpunten naar voren hebben gebracht. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis van de rechtbank wordt bevestigd.

In eerste aanleg was de verdachte veroordeeld voor meerdere feiten, maar in hoger beroep is het beroep beperkt tot feit 3 van zaak A, dat betrekking heeft op de hennepkwekerij. De verdachte heeft verklaard dat hij in zijn woning een kwekerij had opgezet met 130 hennepplanten, met de bedoeling deze te verkopen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, met inachtneming van de aanvullingen op de bewijsmiddelen zoals opgenomen in de bijlage bij het vonnis.

De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Het hof heeft de eerdere veroordeling bevestigd, wat betekent dat de verdachte zijn straf zal ondergaan zoals eerder opgelegd.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-000743-21
Datum uitspraak: 7 maart 2023
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 9 maart 2021 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers
15-225960-19 en 15-108728-20 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1981,
adres: [adres01] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 21 februari 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en zijn raadsvrouw naar voren hebben gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.

Omvang van het hoger beroep

In eerste aanleg is de verdachte veroordeeld voor de feiten 1 subsidiair, 2, 3 en 4 (zaak A met parketnummer 15-225960-19) en is vrijgesproken van hetgeen hem in die zaak onder feit 1 primair en zaak B met parketnummer 15-108728-20 is tenlastegelegd.
Namens de verdachte is het hoger beroep op 23 maart 2021 bij akte beperkt tot het onder feit 3
tenlastegelegde (zaak A met parketnummer 15-225960-19). Nu het openbaar ministerie geen appel heeft ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank, is in hoger beroep alleen nog feit 3 aan de orde.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en zal dit derhalve bevestigen, met dien verstande dat het hof de bewijsmiddelen in de bijlage bij het vonnis als volgt zal aanvullen.
Ten aanzien van zaak A, feit 3:
De verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep op 21 februari 2023:
In mijn woning, perceel [adres02] , heb ik een hennepkwekerij opgezet van 130 planten, waarbij ik 140 zaadjes heb gebruikt. In sommige potten zaten twee planten. De bedoeling was om de hennep te verkopen.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.A. Stalenhoef, mr. A.M. Koolen - Zwijnenburg en mr. L.F. Roseval, in tegenwoordigheid van mr. A. Scheffens, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
7 maart 2023.
=========================================================================
[…]