ECLI:NL:GHAMS:2023:563
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Incident tot zekerheidstelling voor proceskosten in hoger beroep door een vennootschap naar buitenlands recht
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 maart 2023 uitspraak gedaan in een incident tot zekerheidstelling voor proceskosten, ingediend door de vennootschap WENLING DOFOHO BICYCLE PARTS CO., LTD., gevestigd in China. De appellante, Dofoho, is in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De geïntimeerde, die in het incident eiser is, heeft gevorderd dat het hof Dofoho zal bevelen zekerheid te stellen voor de proceskosten, omdat Dofoho zonder woonplaats in Nederland is gevestigd. Het hof heeft vastgesteld dat Dofoho zekerheid moet stellen, omdat er geen uitzonderingen van toepassing zijn zoals genoemd in artikel 224 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
Het hof heeft de hoogte van de zekerheidstelling vastgesteld op € 19.044,-, gebaseerd op de proceshandelingen en de door de geïntimeerde betaalde verschotten. De vorm van de zekerheid is niet vooraf bepaald, maar het hof heeft wel bepaald dat de zekerheid binnen acht weken na de uitspraak moet worden gesteld, op straffe van niet-ontvankelijkheid van Dofoho in de hoofdzaak. De beslissing over de proceskosten van het incident is aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak. De hoofdzaak is verwezen naar de rol voor uitlating aan de zijde van de geïntimeerde over de zekerheidsstelling.