Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
- zich laten pijpen door die [benadeelde], en/of
- zijn, verdachtes, penis in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [benadeelde] geduwd en/of gebracht, en/of
- zijn verdachtes, vinger in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [benadeelde] geduwd en/of gebracht;
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 07 januari 2004 tot en met 06 januari 2011 in de gemeente Haarlem, in elk geval in Nederland, (telkens) ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarige dochter, [benadeelde], geboren op [geboortedag 2] 2000, bestaande die ontucht hierin dat hij
- zich heeft laten aftrekken door die [benadeelde], en/of
- zijn ballen heeft laten likken door die [benadeelde], en/of
- de vagina van die [benadeelde] heeft gelikt, en/of
- de vagina van die [benadeelde] heeft betast.
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging
“mijn penis eruit gehaald en meer niet toch. Ik probeerde hem er in te douwen en toen deed ik het niet meer”, is niet voor enigerlei andere uitleg vatbaar, dan dat dit geduid moet worden als het plegen van ontuchtige handelingen. Het hof merkt hierbij op dat het feit dat de verdachte op dat moment slechts over één incident lijkt te spreken, niet af doet aan de verklaringen van de aangeefster dat ontuchtige handelingen, ook in andere vormen, veel vaker hebben plaatsgevonden.
Bewezenverklaring
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 07 januari 2004 tot en met 06 januari 2011 in de gemeente Haarlem, met [benadeelde], geboren op [geboortedag 2] 2000, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde], hebbende verdachte (telkens)
hij op in de periode van 07 januari 2004 tot en met 06 januari 2011 in de gemeente Haarlem, telkens ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarige dochter, [benadeelde], geboren op [geboortedag 2] 2000, bestaande die ontucht hierin dat hij
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
33 (drieëndertig) maanden.
12 (twaalf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
€ 25.000,00 (vijfentwintigduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.