Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
.In zijn beroepschrift heeft de man twee posten op de behoeftelijst van de vrouw concreet betwist, te weten de kosten van de leaseauto en van de vakanties. De vrouw heeft daarop in haar geactualiseerde behoeftelijst de kosten van de lease auto geschrapt, de post ‘reservering vervanging auto’ ad € 250,- per maand toegevoegd en de post vakantie verminderd naar € 700,- per maand. Ter zitting in hoger beroep heeft de man uitsluitend nog de reservering voor een andere auto gemotiveerd betwist. Het hof zal deze reservering buiten beschouwing laten, nu de vrouw in het licht van de betwisting door de man onvoldoende heeft onderbouwd of en zo ja, een reservering noodzakelijk is gezien het feit dat de vrouw de kosten van de auto ten laste van de resultaten van haar eenmanszaak brengt. De overige lasten op de behoeftelijst van de vrouw heeft de man slechts in algemene termen betwist. Het hof is van oordeel dat deze betwistingen onvoldoende zijn gemotiveerd en gaat daaraan dan ook voorbij. Verder is het hof van oordeel dat de door de vrouw gestelde behoefte strookt met de huwelijkse welstand van de voorgaande jaren, gelet op haar onweersproken stelling dat de behoefte op basis van de hofnorm € 7.360,-, en dus hoger dan die op basis van haar behoeftelijst, zou zijn.