ECLI:NL:GHAMS:2023:404

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
16 februari 2023
Publicatiedatum
20 februari 2023
Zaaknummer
200.313.125/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelbeschikking inzake Exem Energy B.V. en Exem Oil & Gas B.V. door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam

In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 16 februari 2023 een herstelbeschikking gegeven in het faillissement van Exem Energy B.V. en Exem Oil & Gas B.V. De curatoren, mr. R.P.A. de Wit en mr. C. van de Meent, hadden verzocht om correcties op eerdere beschikkingen van 26 januari en 2 februari 2023. De verzoeken betroffen kennelijke fouten in de rechtsoverwegingen en het dictum van de eerdere beschikkingen, waarbij partijen onjuist waren aangeduid en kostenveroordelingen niet correct waren weergegeven. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat er inderdaad sprake was van verwisselingen en onjuistheden in de eerdere rechtsoverwegingen en heeft deze gecorrigeerd. De verbeteringen zijn onder andere dat [E] en [D] in de rechtsoverwegingen correct zijn vermeld en dat de kostenveroordeling nu ook de andere betrokken partijen omvat. De Ondernemingskamer heeft de kosten aan de zijde van de curatoren begroot op € 4.125 voor zowel Sociedade Nacional de Combustíveis de Angola – Sonangol E.P. als Esperaza Holding B.V. De beschikking is openbaar uitgesproken en de verbeteringen worden vermeld op de minuut van de eerdere beschikking.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.313.125/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 16 februari 2023
inzake
mr. R.P.A. DE WITen
mr. C. VAN DE MEENT, in hun hoedanigheid van curatoren in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EXEM ENERGY B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERZOEKERS,
advocaten:
mr. M. Woltersen
mr. W.D.M. van Tuyll van Serooskerken,kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EXEM ENERGY B.V., in staat van faillissement verkerend,
gevestigd te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EXEM OIL & GAS B.V., in staat van faillissement verkerend,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTERS,
advocaten: mr.
J.Ph. de Korte, mr. G.J. Wiltsen
mr. D.B. Smalhout, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

1.[A] ,

wonende te [....] ,
2. de vennootschap naar buitenlands recht
EMEX HOLDING A.G.,
gevestigd te Zug, Zwitserland,
3.
[B] ,
wonende te [....] ,
4.
[C] ,
wonende te [....] ,
5. de vennootschap naar buitenlands recht
TERRA PEREGRIN, S.A.,
gevestigd te Lissabon, Portugal,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. J.Ph. de Korte, mr. G.J. Wiltsen
mr. D.B. Smalhout,kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TRUST COMPANY AMSTERDAM B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. L.J.J. Kerstens en mr. B. Rikkert,kantoorhoudende te Amterdam,
e n t e g e n

7.[D] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. W.A. Vaderen
mr. F. Eikelboom,kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

8.[E]

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. M.H. de Vries, kantoorhoudende te Almere,
e n t e g e n
9. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
UNITED INTERNATIONAL MANAGEMENT B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. A.G.J. van Rinsumen
mr. G.J.G. Bolderman,kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
10. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JTC (NETHERLANDS) B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
11. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INTERTRUST (NETHERLANDS) B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
BELANGHEBBENDEN,
niet verschenen,
e n t e g e n
12. de vennootschap naar buitenlands recht
SOCIEDADE NACIONAL DE COMBUSTÍVEIS DE ANGOLA – SONANGOL E.P.,
gevestigd te Luanda, Angola,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. M.J. Dropen
mr. R.H. Broekhuijsen,beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
13. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ESPERAZA HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. J.G. Geertsma,kantoorhoudende te Amsterdam.
Partijen en andere (rechts)personen worden hierna opnieuw (ook) als volgt aangeduid:
  • mr. R.P.A. de Wit en mr. C. van de Meent als Curatoren;
  • Exem Energy B.V als Exem;
  • Exem Oil & Gas B.V. als Oil & Gas;
  • Exem en Oil & Gas gezamenlijk als verweersters;
  • [A] als [A] ;
  • Emex Holding A.G. als Emex Holding;
  • [B] als [B] ;
  • [C] , als [C] ;
  • Terra Peregrin, S.A. als Terra Peregrin;
  • Verweersters, [A] , Emex Holding, [B] , [C] en Terra Peregrin gezamenlijk als Exem c.s.;
  • Trust Company Amsterdam B.V. als TCA;
  • [D] als [D] ;
  • [E] als [E] ;
  • United International Management B.V. als UIM;
  • Sociedade Nacional de Combustiveis de Angola – Sonangol E.P. als Sonangol;
  • Esperaza Holding B.V. als Esperaza.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het eerdere procesverloop verwijst de Ondernemingskamer naar de beschikkingen van 26 januari 2023 en 2 februari 2023.
1.2
Bij brief van 31 januari 2023 heeft mr. Drop namens Sonangol de Ondernemingskamer verzocht de beschikking van 26 januari 2023 op de voet van artikel 31 Rv op de volgende onderdelen te verbeteren:
a) in rechtsoverweging 3.3 wordt vermeld dat [E] gemotiveerd verweer heeft gevoerd in plaats van [D] ;
b) in rechtsoverweging 3.25 is bepaald dat, naast Exem c.s., [E] in plaats van [D] als overwegend in het ongelijk gestelde partijen hoofdelijk wordt veroordeeld in de kosten;
c) anders dan blijkt uit rechtsoverweging 3.25 en de definitie van Exem c.s. op pagina 5 van de beschikking zijn in het dictum slechts Exem Energy B.V., Exem Oil & Gas B.V. en [D] verwezen in de daar genoemde kosten, waarbij [A] , Emex Holding A.G., [B] , [C] en Terra Peregrin S.A. ten onrechte ontbreken.
1.3
Bij e-mail van 31 januari 2023 heeft de Ondernemingskamer de advocaten van partijen op de voet van artikel 31 Rv in de gelegenheid gesteld zich over het verzoek van mr. Drop uit te laten.
1.4
Bij e-mail van 1 februari 2023 heeft mr. Wolters de Ondernemingskamer kort gezegd bericht dat de Curatoren instemmen met het verzoek van mr. Drop.
1.5
Bij e-mail van 6 februari 2023 heeft mr. Geertsma de Ondernemingskamer bericht dat Esperaza instemt met het verzoek van mr. Drop.
1.6
Bij brief van 6 februari 2023 heeft mr. Vader een brief van [D] van 6 februari 2023 overgelegd waarin [D] verzoekt om
“alle partijen/belanghebbenden mede in de kosten te veroordelen en mijn veroordeling in de kosten te herzien en te matigen tot nihil dan wel mijn kostenveroordeling om te zetten van een hoofdelijke in een vast deel pro rata.”Mr. Vader verzoekt de Ondernemingskamer de beschikking op het punt van de kostenveroordeling te verbeteren.
1.7
Bij e-mail van 7 februari 2023 heeft mr. Kerstens de Ondernemingskamer bericht dat TCA zich voor wat betreft het verzoek van mr. Drop refereert aan het oordeel van de Ondernemingskamer. Met betrekking tot het verzoek van mr. Vader tot aanpassing van de kostenveroordeling heeft mr. Kerstens verzocht [D] in dat verzoek niet-ontvankelijk te verklaren althans het verzoek af te wijzen.
1.8
Bij e-mail van 7 februari 2023 heeft mr. De Korte namens Exem c.s. bezwaar gemaakt tegen het verzoek van mr. Drop voor zover dat betrekking heeft op de kostenveroordeling van Exem c.s. Die veroordeling moet volgens mr. De Korte uitsluitend betrekking hebben op Exem en Oil & Gas. Naar de Ondernemingskamer begrijpt, heeft Exem c.s. geen bezwaar tegen de overige verbeteringen.
1.9
Bij e-mail van 7 februari 2023 heeft mr. Van Rinsum de Ondernemingskamer bericht dat UIM zich refereert aan het oordeel van de Ondernemingskamer.

2.Gronden van de beslissing

2.1
De Ondernemingskamer constateert dat in rechtsoverwegingen 3.3 en 3.25 van de beschikking van 26 januari 2023 [E] en [D] per abuis zijn verwisseld:
- In rechtsoverweging 3.3 staat “
Ook [E] heeft gemotiveerd verweer gevoerd”, maar had moeten worden vermeld “
Ook [D] heeft gemotiveerd verweer gevoerd”.
- In rechtsoverweging 3.25 staat “
Exem c.s. en [E] zullen – als de overwegend in het ongelijk gestelde partijen – hoofdelijk worden veroordeeld in de kosten van het geding (…)”maar had moeten worden vermeld
“Exem c.s. en [D] zullen – als de overwegend in het ongelijk gestelde partijen – hoofdelijk worden veroordeeld in de kosten van het geding (…)”.
Dat het gaat om kennelijke fouten als bedoeld in artikel 31 lid 1 Rv blijkt onder meer uit rechtsoverwegingen 1.4, 1.7, 3.11 en 3.18 en het dictum van de beschikking: [D] en niet [E] heeft inhoudelijk verweer gevoerd en [D] wordt dus in de proceskosten veroordeeld als overwegend in het ongelijk gestelde partij. In het dictum staat de veroordeling van [D] in de proceskosten wel juist vermeld. De Ondernemingskamer zal de kennelijke fouten in rechtsoverwegingen 3.3 en 3.25 verbeteren zoals hieronder is weergegeven.
2.2
De Ondernemingskamer constateert voorts dat de zojuist geciteerde rechtsoverweging 3.25 van de beschikking niet juist is uitgewerkt in het dictum van de beschikking, in die zin dat in het dictum ten onrechte niet is vermeld dat ook [A] , Emex Holding, [B] , [C] en Terra Peregrin hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld. Waar in het dictum staat:
“De Ondernemingskamer (…) veroordeelt Exem Energy B.V. en Exem Oil & Gas B.V. en [D] hoofdelijk in de kosten van het geding (…)”, had moeten worden vermeld
“De Ondernemingskamer (…) veroordeelt Exem Energy B.V., Exem Oil & Gas B.V., [A] , Emex Holding A.G., [B] , [C] , Terra Peregrin S.A. en [D] hoofdelijk in de kosten van het geding (…)”. Dat dit als een kennelijke fout als bedoeld in artikel 31 lid 1 Rv is aan te merken blijkt uit de genoemde rechtsoverweging 3.25, gelezen in samenhang met de definitie van ‘Exem c.s.’ die staat vermeld op pagina 5 van de beschikking: als Exem c.s. worden in de beschikking steeds aangeduid Exem, Oil & Gas, [A] , Emex Holding, [B] , [C] en Terra Peregrin gezamenlijk. Dat het om een kennelijke fout gaat, blijkt verder uit rechtsoverwegingen 1.2, 1.6, 3.2, 3.6 tot en met 3.9 en 3.17 van de beschikking: Exem c.s. hebben gezamenlijk verweer gevoerd en zijn overwegend in het ongelijk gesteld. De Ondernemingskamer zal ook deze fout verbeteren zoals hieronder is weergegeven.
2.3
Met betrekking tot het verzoek van mr. Vader overweegt de Ondernemingskamer als volgt. In rechtsoverweging 3.25 en in het dictum heeft de Ondernemingskamer een hoofdelijke proceskostenveroordeling uitgesproken. Anders dan mr. Vader stelt, is dat geen kennelijke verschrijving. Bij een veroordeling van twee of meer partijen tot betaling van de proceskosten, geldt als uitgangspunt dat zij hoofdelijk zijn verbonden tot nakoming van die veroordeling, ook indien dat niet gevorderd is (HR 23 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1942). Ook voor het overige betreft het verzoek van mr. Vader geen kennelijke fouten als bedoeld in artikel 31 Rv.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
verbetert de in de onderhavige zaak op 26 januari 2023 gewezen beschikking aldus dat de hiervoor onder 2.1 aangehaalde zin in rechtsoverweging 3.3 als volgt komt te luiden:

Ook [D] heeft gemotiveerd verweer gevoerd”;
verbetert de in de onderhavige zaak op 26 januari 2023 gewezen beschikking aldus dat de hiervoor onder 2.1 aangehaalde zin in rechtsoverweging 3.25 als volgt komt te luiden:
“Exem c.s. en [D] zullen – als de overwegend in het ongelijk gestelde partijen – hoofdelijk worden veroordeeld in de kosten van het geding aan de zijde van Curatoren, Sonangol en Esperaza.”;
verbetert de in de onderhavige zaak op 26 januari 2023 gewezen beschikking aldus dat de hiervoor onder 2.2 aangehaalde zin in het dictum als volgt komt te luiden:
“veroordeelt Exem Energy B.V. en Exem Oil & Gas B.V., [A] , Emex Holding A.G., [B] , [C] , Terra Peregrin S.A. en [D] hoofdelijk in de kosten van het geding tot op heden:- aan de zijde van Curatoren begroot op € 4.125,
- aan de zijde van Sociedade Nacional de Combustíveis de Angola – Sonangol E.P. begroot op € 4.125,
- aan de zijde van Esperaza Holding B.V. begroot op € 4.125;”
bepaalt dat deze verbeteringen onder de vermelding van de datum 16 februari 2023 worden vermeld op de minuut van de beschikking van 26 januari 2023;
wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.P. Wessels, voorzitter, mr. C.C. Meijer en mr. M.A.M. Vaessen, raadsheren, en mr. D.E.M. Aleman MBA en drs. A.G. Thomassen RT REP, raden, in tegenwoordigheid van mr. S.C. Prins, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 16 februari 2023.