Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
- memorie van grieven, met producties;
- memorie van antwoord in het principaal appel, tevens memorie van grieven in incidenteel appel;
- memorie van antwoord in incidenteel appel, met producties.
3.Feiten
- Het periodiek beoordelen van de financiële administratie.
- Het verwerken van de loonadministratie voor twee medewerkers.
- Het verzorgen van de winstaangifte.
- Het verzorgen van de aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
Ik kom tot de conclusie dat ik iets niet goed heb ingeregeld. Ik zou per kwartaal een periodieke rekening sturen voor onze werkzaamheden. Dat heb ik over 2016 en 2017 niet gedaan.
We hebben reeds een factuur van Vannu ontvangen en betaald op 11-10-2016 voor de werkzaamheden over het jaar 2015 en 2016.
- Voor de werkzaamheden over 2016 € 3.277,55 excl. BTW.
- Voor de werkzaamheden over 2017, na aftrek van de verrekengrens van € 400,80, € 3.036 (precies gelijk aan het aangepaste jaarbedrag).
- Voor de werkzaamheden over 2018, na aftrek van de verrekengrens van € 414,55, € 3.036 (precies gelijk aan het aangepaste jaarbedrag).
4.Beoordeling
grieven I tot en met IVkomt VanNu op tegen het oordeel van de kantonrechter dat haar op factuur [nummer 2] gebaseerde vordering niet toewijsbaar is. Deze grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
grief Vheeft VanNu aangevoerd dat zij, anders dan de kantonrechter heeft geoordeeld, gerechtigd was haar werkzaamheden voor [geïntimeerde] op te schorten, omdat [geïntimeerde] de factuur niet betaalde en dat zij haar creditfactuur van 6 april 2020 van € 2.365,55 inclusief btw rechtsgeldig heeft verrekend met haar vordering op [geïntimeerde].
grief 1betoogt [geïntimeerde] dat, anders dan VanNu aanvoert, niet alle boekingen uit het programma AccountView konden worden overgezet. [geïntimeerde] vordert opnieuw het bedrag van € 2.000, exclusief btw dat [naam] voor deze werkzaamheden heeft gedeclareerd. VanNu heeft de gestelde schade betwist.