Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
VILLAZZO S.A.R.L.,
1.[geïntimeerde 1] B.V.,
[geïntimeerde 2],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 februari 2023 uitspraak gedaan in een incident tot zekerheidstelling voor proceskosten, ingediend door [geïntimeerde 2] tegen Villazzo S.A.R.L., een vennootschap naar buitenlands recht gevestigd in Saint Tropez, Frankrijk. Villazzo is in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam en heeft in het incident geconcludeerd dat zij geen zekerheid hoeft te stellen voor de proceskosten, omdat zij statutair in Frankrijk is gevestigd. De rechtsvraag betreft de toepassing van artikel 224 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en de relevante Europese regelgeving, met name Verordening Brussel I-bis.
[geïntimeerde 2] vorderde dat het hof Villazzo zou bevelen zekerheid te stellen voor een bedrag van € 45.000,- ter zake van de te verwachten proceskosten. Hij stelde dat Villazzo geen fysiek adres in Frankrijk heeft en dat veroordelingen in de proceskosten niet verhaalbaar zouden zijn. Villazzo daarentegen voerde aan dat zij, als gevestigde vennootschap in Frankrijk, op grond van artikel 224 lid 2 Rv geen verplichting heeft om zekerheid te stellen, omdat een eventuele veroordeling in Frankrijk ten uitvoer kan worden gelegd.
Het hof oordeelde dat Villazzo inderdaad geen zekerheid hoeft te stellen, omdat zij statutair in Frankrijk is gevestigd en de verordening van toepassing is. De vordering van [geïntimeerde 2] werd afgewezen, en hij werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het incident. De hoofdzaak werd verwezen naar de rol voor beraad, waarbij verdere beslissingen werden aangehouden.