Uitspraak
[verdachte]
Gerechtshof Amsterdam
Op 31 januari 2023 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak van de verdachte, die in hoger beroep was gegaan tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft de parketnummers 13-150859-22, 13-171420-22 en 13-171670-22 in eerste aanleg, en 23-002501-22 in hoger beroep. Tijdens de zitting heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die verzocht om de niet-ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep.
De verdachte heeft geen schriftelijke grieven ingediend en ook geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis geuit. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat zou rechtvaardigen dat de zaak verder wordt onderzocht. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep.
De beslissing van het hof is als volgt: de verdachte wordt niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. Deze uitspraak is gedaan door mr. N.A. Schimmel, in aanwezigheid van griffier G.C. van der Bijl.