Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak feit 1 primair en subsidiair
1 primair tenlastegelegde moet worden vrijgesproken. Het hof zal dienovereenkomstig beslissen.
"[verdachte]".Op de vraag van de secretaresse hoe zij dit moet spellen, zei hij
"[verdachte], punt".
"Ik kreeg dhr. [verdachte] aan de lijn en die vroeg naar [naam 1]. Volgens hem beticht zij hem van dingen waar hij niets mee te maken heeft. Hij wil dat rechtstreeks uit haar mond horen en er met haar over praten. (...) Ik kreeg [naam 1] niet te pakken. (...) Hij kaartte nog wel aan dat hij het vervelend vindt om bronnen te moeten vragen wie [naam 1] is, wat zij doet en waar zij woont".
gedwongentot uitbetaling of is
gedwongentot het niet volledig doorlopen van de bedrijfsprocessen, ontbreekt.
Bewijsmotivering feit 2
buiten medewetenvan de verdachte aan de tussenpersoon van de ING, de heer [naam 6], heeft gegeven, ongeloofwaardig. Deze verklaring strookt niet met de omstandigheid dat de onjuiste informatie uit de valse werkgeversverklaring nadrukkelijk genoemd wordt in de door de verdachte ondertekende offerte, en deze verklaring is ook in strijd met de verklaring die de getuige [naam 6] heeft afgelegd. [naam 6] heeft op 27 januari 2016 verklaard dat de verdachte op 3 april 2014 bij hem op kantoor is geweest ten behoeve van de hypotheekaanvraag. De verdachte heeft zich gelegitimeerd en de originele stukken gebracht, nadat de bank de hypotheekofferte had uitgebracht. De werkgeversverklaring en het identiteitsbewijs dienen origineel te worden aangeleverd, zodat die op echtheid kunnen worden gecontroleerd, aldus [naam 6]. Op de kopie van het identiteitsbewijs van de verdachte heeft [naam 6] dan ook een stempel en een handtekening gezet, waaruit blijkt dat zijn controle heeft plaatsgevonden. [naam 6] heeft verklaard dat hij de stukken vervolgens heeft ingescand en deze naar ING heeft verstuurd.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Beslissing met betrekking tot in beslag genomen, niet teruggegeven goederen
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) weken.
BIJLAGE: Bewijsmiddelen
De verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep op 25 april 2023.
Een proces-verbaal van aangifte met nummer 751 van 28 juni 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] (Bevindingendossier deel 9, p. 262), met als bijlagen onder meer de aangifte door de ING-bank (Bevindingendossier deel 09, p. 263 e.v.).
Een schriftelijk bescheid, te weten een werkgeversverklaring van [bedrijf 3] (Bevindingendossier deel 09, p. 280).
Een proces-verbaal van verhoor getuige [naam 6] met nummer 318 van 27 januari 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] (Getuigendossier deel 01, p. 71 e.v.).
Proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 114 van 3 december 2015, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 3] (Getuigendossier deel 01, p. 45 e.v.)