ECLI:NL:GHAMS:2023:3711
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek na einduitspraak; niet-ontvankelijkheid verzoeker
In deze zaak heeft de wrakingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 1 augustus 2023 een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van verzoeker, die niet-ontvankelijk is verklaard. Het wrakingsverzoek volgde na een einduitspraak in de hoofdzaak, waarin de verzoeker niet-ontvankelijk was verklaard in zijn beklag tegen de beslissing van de officier van justitie om geen strafvervolging in te stellen tegen een derde partij. De verzoeker had eerder een herstelverzoek ingediend, maar dit werd niet in behandeling genomen. De wrakingskamer oordeelde dat een wrakingsverzoek na een einduitspraak niet mogelijk is volgens de wet, en dat de omstandigheid dat er geen gevolg is gegeven aan het herstelverzoek hieraan niet verandert. De beslissing werd schriftelijk afgedaan, zonder dat er een zitting aan te pas kwam. De wrakingskamer heeft de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking van mr. E. van Die, de voorzitter van de beklagkamer die de eerdere beslissing had genomen. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.