Uitspraak
Onderzoek van de zaak
– zo begrijpt het hof de verdediging – er daarom geen zaak meer ter beoordeling voorligt. De reden daarvoor is dat het hof op 31 oktober 2023 het onderzoek ter zitting opnieuw heeft aangevangen en de akte van intrekking dateert van vóór 31 oktober 2023. Subsidiair is verzocht de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep, omdat de verdachte met de intrekking te kennen heeft gegeven zijn bezwaren tegen het vonnis niet langer te handhaven en de belangen van de benadeelde partijen niet tot een ander oordeel kunnen leiden; in dat verband moet volgens de verdediging meewegen dat een benadeelde partij geen zelfstandig recht op hoger beroep toekomt en het op de weg van het openbaar ministerie had gelegen hoger beroep in te stellen.
Vonnis waarvan beroep
Aanpassing van de bewijsmiddelen
- op pagina 14 van het vonnis: de datum in de zinsnede in de overweging waarbij voetnoot 150 is geplaatst moet 18 juli 2016 zijn;
- op pagina 27 van het vonnis: bij de tweede volzin van de eerste alinea van
- op pagina 27 van het vonnis: het bewijsmiddel opgenomen in voetnoot 219 wordt vervangen door AMB-050, p. 3;
- op pagina 27 bij de eerste volzin van de tweede alinea van
Verweer in hoger beroep
Oplegging van straffen
Vorderingen van de benadeelde partijen
bijlage IIbij dit arrest. Zij heeft aangevoerd dat de benadeelde partijen die zich niet opnieuw hebben gevoegd, niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. Ook de benadeelden die niet duidelijk zijn geweest bij het indienen van hun vordering moeten niet-ontvankelijk worden verklaard. De overige benadeelde partijen dienen wel ontvankelijk te worden verklaard en hun vorderingen kunnen worden toegewezen conform het overzicht, tot een totaalbedrag van € 5.092.183,00.
Schadevergoedingsmaatregel
Wettelijke rente
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
41 (eenenveertig) maanden.
€ 3.148.734,60(drie miljoen honderdachtenveertigduizend zevenhonderdvierendertig euro en zestig eurocent) vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
360 (driehonderdzestig)dagen conform bijlage Ia bij dit arrest. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt deze betalingsverplichting per gedupeerde telkens vervangen door gijzeling van het aantal dagen dat in bijlage Ia is vermeld. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
- 4 juli 2016 ( [onderneming02] en [onderneming02] V);
- 15 juni 2016 ( [onderneming02] II), en:
- 16 december 2016 ( [onderneming01] ).
mr. B.K.M. Pouw, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
5 december 2023.