ECLI:NL:GHAMS:2023:3637

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 december 2023
Publicatiedatum
29 januari 2024
Zaaknummer
23-001000-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van vonnis met vernietiging van opgelegde straf in hoger beroep wegens meermalen winkeldiefstal en andere feiten

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1984 en thans gedetineerd, was eerder veroordeeld voor meermalen winkeldiefstal, tweemaal belediging van een ambtenaar in functie, vernieling en lokaalvredebreuk. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman. Het hof bevestigt het vonnis van de politierechter, behalve ten aanzien van de opgelegde straf, die wordt vernietigd. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 weken, maar het hof oordeelt dat, gelet op de recent opgelegde ISD-maatregel en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, er geen straf zal worden opgelegd. Het hof overweegt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan ernstige strafbare feiten, maar dat de omstandigheden van de verdachte aanleiding geven om af te zien van een straf. Het hof bevestigt wel het vonnis ten aanzien van de beoordeling van de vordering van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel. Het arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak is gedaan in het openbaar en mr. B. de Wilde was buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001000-23
datum uitspraak: 19 december 2023
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 15 maart 2023 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 13-000186-23 (zaak A), 13-027049-23 (zaak B), 13-027681-23 (zaak C), 13-030009-23 (zaak D), 13-033173-23 (zaak E), 13-038570-23 (zaak F), 13-041489-23 (zaak G) en 13-054953-23 (zaak H) tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ) op [geboortedatum01] 1984,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in de [detentieadres01] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 19 december 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsman naar voren heeft gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen behalve ten aanzien van de opgelegde straf – in zoverre zal het vonnis worden vernietigd – en met dien verstande dat de door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen worden vervangen door de bewijsmiddelen die na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de aanvulling op dit arrest.

Toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht

De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 weken.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor de bewezen verklaarde feiten zal worden veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden, met een proeftijd van 2 jaren.
De raadsman heeft het hof verzocht, gelet op de recent aan de verdachte opgelegde onherroepelijke
maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel), toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
Het hof heeft in hoger beroep, bij de beoordeling of aan de verdachte een straf moet worden opgelegd, en zo ja welke, gelet op de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich meermalen schuldig gemaakt aan winkeldiefstal, tweemaal aan belediging van een ambtenaar in functie en ten slotte aan vernieling en lokaalvredebreuk. Het hof stelt voorop dat het handelen van de verdachte, zoals bewezen verklaard, ergerlijke strafbare feiten oplevert. Verdachte heeft hiermee schade berokkend aan de benadeelden en er blijk van gegeven onvoldoende respect te hebben voor (de eigendomsrechten van) een ander. Blijkens de justitiële documentatie van verdachte is hij eerder herhaaldelijk veroordeeld wegens strafbare feiten.
Het voorgaande rechtvaardigt in beginsel de oplegging van een gevangenisstraf en gelet hierop is de door de politierechter opgelegde straf in beginsel passend. Toch zal het hof anders beslissen, om de volgende reden.
Bij onherroepelijk vonnis van de rechtbank Den Haag van 11 september 2023 is aan de verdachte de ISD-maatregel opgelegd voor de duur van 2 jaren. Tevens heeft het hof kennis genomen van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals deze ter terechtzitting zijn toegelicht. Gelet hierop is het hof van oordeel dat, met toepassing van artikel 9a Sr, geen straf zal worden opgelegd aan de verdachte. Ten overvloede overweegt het hof dat het vonnis ten aanzien van de beoordeling van de vordering van de benadeelde partij en de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel in stand blijft.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de opgelegde straf en doet in zoverre opnieuw recht.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 13-000186-23 (zaak A), in de zaak met parketnummer 13-027049-23 (zaak B), in de zaak met parketnummer 13-027681-23 (zaak C), in de zaak met parketnummer 13-030009-23 (zaak D), in de zaak met parketnummer 13-033173-23 (zaak E), in de zaak met parketnummer 13-038570-23 (zaak F), in de zaak met parketnummer 13-041489-23 (zaak G) en in de zaak met parketnummer 13-054953-23 (zaak H) bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Bepaalt dat ter zake van het in de zaak met parketnummer 13-000186-23 (zaak A), in de zaak met parketnummer 13-027049-23 (zaak B), in de zaak met parketnummer 13-027681-23 (zaak C), in de zaak met parketnummer 13-030009-23 (zaak D), in de zaak met parketnummer 13-033173-23 (zaak E), in de zaak met parketnummer 13-038570-23 (zaak F), in de zaak met parketnummer 13-041489-23 (zaak G) en in de zaak met parketnummer 13-054953-23 (zaak H) bewezenverklaarde geen straf wordt opgelegd.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R. van der Heijden, mr. N. van der Wijngaart en mr. B. de Wilde, in tegenwoordigheid van mr. S. Maerman, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 19 december 2023.
mr. B. de Wilde is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.