ECLI:NL:GHAMS:2023:3619
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 11 januari 2023 was gewezen. De verdachte, geboren in 1974, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis, maar op 15 september 2023 heeft hij een akte ingediend waarin hij aangeeft het hoger beroep niet te willen handhaven. Het hof heeft vastgesteld dat het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep al op 23 mei 2023 was aangevangen, waardoor intrekking van het hoger beroep niet meer mogelijk was. Het hof concludeert dat de verdachte zijn oorspronkelijke bezwaren tegen het vonnis niet langer wenst te handhaven en dat er geen rechtens te respecteren belang is dat een verder onderzoek rechtvaardigt. Daarom heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep, op basis van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.
De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin de rechters N. van der Wijngaart, M.J.A. Duker en N.E. Kwak zitting hadden. De uitspraak is gedaan tijdens een openbare terechtzitting, waarbij griffier L.M. van Leeuwen aanwezig was. Het arrest is op 20 september 2023 uitgesproken, maar mr. N. van der Wijngaart was buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.