In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 29 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1993, was beschuldigd van diefstal van een aanzienlijke hoeveelheid gereedschap, gepleegd in vereniging en door middel van braak, op 4 januari 2023 te Stede Broec. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een taakstraf, maar het hof heeft dit vonnis vernietigd. Tijdens de zitting in hoger beroep op 18 december 2023 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, evenals de argumenten van de verdachte en zijn raadsman. De verdachte heeft ontkend aanwezig te zijn geweest op de plaats delict en heeft verzocht om vrijspraak, maar het hof heeft dit verweer verworpen. Het hof heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs was, waaronder camerabeelden en getuigenverklaringen, die de betrokkenheid van de verdachte bij de diefstal bevestigden. Het hof heeft de verdachte uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden, waarbij rekening is gehouden met de ernst van het feit en de gevolgen voor de gemeente. De verdachte had eerder een veroordeling voor een soortgelijke diefstal, wat meegewogen is in de strafoplegging. Het hof heeft de verdachte als strafbaar verklaard voor diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf is verkregen door middel van braak.