In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 28 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was eerder vrijgesproken van een aantal tenlastegelegde feiten, waaronder het opzettelijk aanwezig hebben van 166 hennepplanten. Het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 21 augustus 2019 in Alkmaar opzettelijk 166 hennepplanten aanwezig heeft gehad in haar woning. De verdachte had wetenschap van de aanwezigheid van de hennepplanten en had als huurster en hoofdbewoner beschikkingsmacht over de planten. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte, door de hennepplanten in haar woning te laten staan, opzettelijk heeft bijgedragen aan de instandhouding van het illegale circuit rondom de handel in softdrugs. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand, met een proeftijd van twee jaren. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder haar gezondheidssituatie en arbeidsongeschiktheid, maar heeft geen aanleiding gezien om de straffen te matigen. De redelijke termijn in eerste aanleg is overschreden, maar dit heeft geen gevolgen voor de opgelegde straffen.