ECLI:NL:GHAMS:2023:3424
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Internationale rechtsmacht in meerderjarigenbescherming en toepassing van het Haags Volwassenenbeschermingsverdrag
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een verzoek tot ondercuratelestelling van een meerderjarige, de betrokkene, die op 16 februari 2023 in een gesloten inrichting verbleef. De verzoekster, de moeder van de betrokkene, heeft het verzoek ingediend, maar het hof moet eerst beoordelen of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft. De betrokkene had zijn gewone verblijfplaats ten tijde van de indiening van het verzoek in Duitsland, niet in Nederland. Het hof concludeert dat de Nederlandse rechter geen rechtsmacht kan ontlenen aan het Haags Volwassenenbeschermingsverdrag 2000 (HVV 2000) omdat de betrokkene niet in Nederland woonachtig was. De kantonrechter had eerder overwogen dat de Nederlandse rechter bevoegd was, maar het hof vernietigt deze beschikking en verklaart zich onbevoegd. De zaak heeft internationale aspecten, waarbij de verblijfplaats van de betrokkene in Duitsland van belang is. Het hof oordeelt dat de betrokkene geen band met Nederland heeft en dat de verzoekster niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar hoger beroep. De beslissing van het hof is op 19 december 2023 openbaar uitgesproken.