ECLI:NL:GHAMS:2023:3423
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezamenlijk gezag en omgangsregeling in een complexe ouderschapskwestie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 december 2023 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de beëindiging van het gezamenlijk gezag over twee minderjarige kinderen, geboren uit de relatie tussen de vader en de moeder. De vader, die in hoger beroep ging, verzocht om uitbreiding van de omgangsregeling met de kinderen, terwijl de moeder zich verzette tegen deze uitbreiding en ook een verhoging van de kinderalimentatie vroeg. De rechtbank had eerder bepaald dat de vader € 58,- per kind per maand aan kinderalimentatie moest betalen, maar partijen kwamen overeen dat dit bedrag vanaf de datum van de beschikking van het hof zou worden verlaagd naar € 25,- per kind per maand.
Het hof oordeelde dat de kinderen klem of verloren raken tussen de ouders, wat een onaanvaardbaar risico met zich meebrengt bij gezamenlijk gezag. De communicatie tussen de ouders was ernstig verstoord, en de vader had zijn toestemming voor belangrijke beslissingen over de kinderen vaak geweigerd of daaraan voorwaarden verbonden. Dit leidde tot een situatie waarin de kinderen niet de stabiliteit en voorspelbaarheid kregen die zij nodig hadden. Het hof concludeerde dat het in het belang van de kinderen noodzakelijk was dat de moeder alleen met het gezag over hen werd belast.
Wat betreft de omgangsregeling oordeelde het hof dat de huidige regeling van drie uur per week niet voldoende was voor de vader om een goede band met de kinderen op te bouwen. De kinderen gaven aan op dit moment geen contact met de vader te willen, en het hof respecteerde deze wens. De vader werd aangespoord om de band met zijn kinderen te herstellen, maar het hof vond het niet in het belang van de kinderen om de omgangsregeling te wijzigen. De beslissing van de rechtbank werd in zoverre bekrachtigd, en het hof wees het verzoek van de vader tot uitbreiding van de omgangsregeling af.