Huurder zal het gehuurde gebruiken en onderhouden zoals het een goed huurder betaamt en zich in al zijn contacten met verhuurder op correcte wijze gedragen.
6.5
Huurder zal het gehuurde gedurende de huurtijd zelf als woonruimte voor hem en leden van zijn huishouden bewonen en er zijn hoofdverblijf hebben. Hij zal het gehuurde, waaronder begrepen alle aanhorigheden en de eventuele gemeenschappelijke ruimten, overeenkomstig de overeengekomen bestemming gebruiken en deze bestemming niet wijzigen.(…)
6.7
Het is huurder uitsluitend met voorafgaande schriftelijke toestemming van verhuurder toegestaan het gehuurde geheel of gedeeltelijk onder te verhuren of aan derden in gebruik te geven. (…)
6.9
Huurder dient ervoor zorg te dragen dat aan omwonenden geen overlast of hinder wordt veroorzaakt door huurder, huisgenoten, huisdieren of door derden die zich vanwege huurder in of nabij het gehuurde of in de gemeenschappelijke ruimten bevinden.(…)
6.1
Het is huurder verboden in het gehuurde of een gedeelte van het gehuurde een bedrijf te exploiteren.
6.11
Het is huurder niet toegestaan in het gehuurde hennep te kweken, dan wel andere activiteiten te verrichten die op grond van de wet strafbaar zijn gesteld. (…) Indien huurder dit verbod overtreedt is hij van rechtswege een niet voor matiging vatbare boete verschuldigd van tien keer de alsdan geldende bruto-maandhuur.
c. Artikel 9.1 van de Algemene Huurvoorwaarden luidt:
Het is huurder toegestaan veranderingen en toevoegingen aan de binnenzijde van het gehuurde aan te brengen, die zonder noemenswaardige kosten weer ongedaan kunnen worden gemaakt bij het einde van de huurovereenkomst, behalve indien het gaat om veranderingen die gevaar, overlast of hinder voor verhuurder of derden opleveren, of veranderingen die de verhuurbaarheid of verkoopbaarheid zouden kunnen schaden, of die het gehuurde in waarde [kunnen] doen dalen.Voor overige veranderingen en toevoegingen heeft huurder vóóraf schriftelijke toestemming van de verhuurder nodig.
d. Bij beschikking van 24 december 2021 heeft de kantonrechter tot 15 december 2026 de goederen, die aan [geïntimeerde] (zullen) toebehoren onder bewind gesteld met benoeming van geïntimeerde als bewindvoerder.
e. Op 18 oktober 2022 heeft de politie een onderzoek in de woning ingesteld en daarbij in de slaapkamer een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen. Tijdens het onderzoek heeft de politie verder de volgende zaken in de woning aangetroffen:
- 5.661 gram gedroogde hennep;
- 13 aangesloten LED lampen voorzien van een transformator en geschakeld met een temperatuurregelaar;
- 1 schakelbord waarvan de elektriciteitsdraden naar de kweekruimte gingen;
- 1 koolstoffilter;
- 2 metalen ventilatoren in de kweekruimte;
- 1 metalen ventilator in het drooggedeelte;
- 165 kweekpotten;
- 2 met henneptoppen gevulde droognetten (één net bestaande uit 7 lagen en het andere net bestaande uit 4 lagen);
- een afzuiginstallatie in de droogruimte waarvan de aangesloten slangen uitkwamen in de kweekruimte;
- een watervat in de badkamer voorzien van twee dompelpompen, waarop veel aanslag zichtbaar was;
- illegale afname van stroom;
- een bed in de keuken en aan [geïntimeerde] geadresseerde post op het aanrecht.
f. Bij brief van 24 oktober 2022 heeft Parteon aan de bewindvoerder en [geïntimeerde] onder meer meegedeeld:
Op 18 oktober ’22 is in uw woning hennep ontdekt. De politie heeft geconstateerd dat u hennep in uw woning teelt, bereidt, bewaart, bewerkt en/of verwerkt. Hiermee handelt u in strijd met één of meerdere van uw verplichtingen als huurder, die voortvloeien uit de huurovereenkomst, de algemene huurvoorwaarden en de wet. U pleegt wanprestatie.
Wij accepteren niet dat huurders een hennepkwekerij in het gehuurde hebben. Wij geven u tot zeven dagen na heden de tijd om de huurovereenkomst op te zeggen.
De huurovereenkomst is naar aanleiding van deze brief niet opgezegd.
g. Bij brief van 10 november 2022 zijn [geïntimeerde] en Parteon namens de burgemeester van de [gemeente] in kennis gesteld van het voornemen om handhavend op te treden en de woning voor een periode van zes maanden te sluiten op grond van artikel 13b eerste lid en onder a Opiumwet (hierna: Opw). In het kader daarvan zijn [geïntimeerde] en Parteon in de gelegenheid gesteld een zienswijze aangaande dit voornemen kenbaar te maken. Daarvan is geen gebruik gemaakt.
h. Bij brief van 29 november 2022 heeft de gemachtigde van Parteon aan de bewindvoerder en [geïntimeerde] onder meer meegedeeld:
Indien de woning daadwerkelijk gesloten wordt, zult u waarschijnlijk moeilijk te bereiken zijn. Om die reden ontbindt Parteon buitengerechtelijk reeds nu voor alsdan, uitsluitend voor het geval de woning daadwerkelijk wordt gesloten, de huurovereenkomst tussen u en Parteon. Kortom, Parteon stuurt u hiermee alvast de ontbindingsverklaring, waarbij de daarin aangezegde ontbinding pas effect zal sorteren op het moment van de feitelijke sluiting van de woning.
i. Op 7 december 2022 heeft de burgemeester van [gemeente] [geïntimeerde] een last onder bestuursdwang opgelegd en heeft hij de sluiting van de woning gelast met ingang van 16 december 2022 voor de duur van zes maanden. Daarbij is meegedeeld dat op die datum het pand zou worden gesloten en verzegeld en dat [geïntimeerde] de woning gedurende zes maanden niet zou mogen betreden.
j. De bewindvoerder heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en de voorzieningenrechter van de afdeling bestuursrechter van rechtbank Noord-Holland verzocht tot schorsing van dit besluit. Bij uitspraak van 18 januari 2023 heeft de voorzieningenrechter het besluit geschorst tot zes weken nadat op het bezwaar van de bewindvoerder is beslist. In de gedingstukken van dit hoger beroep is steeds door de desbetreffende partij vermeld dat de woning niet is gesloten.