ECLI:NL:GHAMS:2023:3146

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
31 oktober 2023
Publicatiedatum
14 december 2023
Zaaknummer
23-000663-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voorhanden hebben vuurwapen, munitie en stroomstootwapen met vrijspraak voor wapenhandel

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 2000 en thans gedetineerd, was aangeklaagd voor het voorhanden hebben van een vuurwapen en een stroomstootwapen, alsook voor wapenhandel. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. De vrijspraak voor wapenhandel is gebaseerd op het feit dat niet bewezen kon worden dat de verdachte in de tenlastegelegde periode een wapen heeft overgedragen.

De tenlastelegging omvatte het voorhanden hebben van een gaspistool en een stroomstootwapen op 27 juni 2021 in Den Helder. Het hof oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan het voorhanden hebben van deze wapens, maar sprak hem vrij van de beschuldiging van wapenhandel. De verdachte had tijdens zijn aanhouding een iPhone in beslag genomen, waarop chatgesprekken waren aangetroffen die leken te wijzen op wapenverkoop. Echter, het hof vond de verklaring van de verdachte dat hij deze gesprekken enkel voerde om 'stoer te doen' ongeloofwaardig, maar er was onvoldoende bewijs voor de overdracht van een wapen.

De strafmaat is bepaald op basis van de ernst van de feiten en de omstandigheden, waarbij het hof rekening hield met het reclasseringsadvies en de eerdere strafhistorie van de verdachte. De verdachte moet zich gedurende de proeftijd houden aan verschillende bijzondere voorwaarden, waaronder meldplicht bij de reclassering en behandeling door een zorgverlener. Het hof heeft ook beslist dat de in beslag genomen wapens onttrokken worden aan het verkeer, terwijl de telefoon aan de verdachte wordt teruggegeven. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij de rechters de zaak zorgvuldig hebben beoordeeld.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000663-23
datum uitspraak: 31 oktober 2023
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 23 februari 2023 in de strafzaak onder parketnummer 15-170351-21 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 2000,
thans gedetineerd in P.I. [detentieadres01] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 17 oktober 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en zijn raadsman naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 27 juni 2021 te Den Helder, in elk geval in Nederland een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een gaspistool van het merk Zoraki, type M906, kaliber 9mmpak zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool en/of bijbehorende munitie (één patroon) van categorie III van de Wet wapens en munitie voorhanden heeft gehad;
2.
hij op of omstreeks 27 juni 2021 te Den Helder, in elk geval in Nederland een wapen van categorie II, onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten een stroomstootwapen, zijnde een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos konden worden gemaakt of pijn kon worden toegebracht voorhanden heeft gehad;
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 5 maart 2021 tot en met 26 juni 2021 te Den Helder, althans in Nederland (telkens) een wapen van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten onder meer een gaspistool van het merk Zoraki, type M906, kaliber 9mmpak zijnde een vuurwapen en/of munitie van categorie II en/of III heeft overgedragen; ( art 31 lid 1 Wet wapens en munitie )
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Vrijspraak feit 3

De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 3 tenlastegelegde.
De verdediging heeft vrijspraak van dit feit bepleit, omdat op basis van de op de telefoon van de verdachte aangetroffen [media01] niet bewezen kan worden dat de verdachte daadwerkelijk een (vuur)wapen heeft overgedragen.
Het hof oordeelt als volgt.
Tijdens zijn aanhouding is onder de verdachte onder meer een iPhone 8 in beslag genomen. Op deze telefoon zijn meerdere chatgesprekken aangetroffen waaruit volgt dat de verdachte via het [media01] ‘ [account01] ’ gesprekken heeft gevoerd over de verkoop van vuurwapens. In deze gesprekken werden foto’s en video’s van (vuur)wapens verstuurd, werd er gesproken over verschillende modellen van wapens, zoals ‘Zoraki’s’ en ‘ombouw 6mm en co2 4,5 mm’, en stuurde de verdachte berichten met de tekst “is al verkocht”. Er werden voorts prijzen genoemd en er werd gesproken over de wijze van levering.
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep ten aanzien van deze [media01] verklaard dat hij nooit daadwerkelijk een wapen heeft verkocht en overgedragen en dat hij deze gesprekken enkel heeft gevoerd om ‘stoer te doen’. De wapens waaraan hij in de gesprekken refereerde had hij niet tot zijn beschikking.
Hoewel het hof de uitleg van de verdachte dat hij de bedoelde [media01] uitsluitend heeft gevoerd om ‘stoer te doen’ volstrekt ongeloofwaardig vindt, zal het hof de verdachte toch vrijspreken van feit 3. Op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen kan namelijk niet wettig en overtuigend worden bewezen dat er in de tenlastegelegde periode daadwerkelijk een wapen van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie door de verdachte is overgedragen.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 27 juni 2021 te Den Helder, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een gaspistool van het merk Zoraki, type M906, kaliber 9mmpak zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool en bijbehorende munitie (één patroon) van categorie III van de Wet wapens en munitie voorhanden heeft gehad;
2.
hij op 27 juni 2021 te Den Helder, een wapen van categorie II, onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten een stroomstootwapen, zijnde een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos konden worden gemaakt of pijn kon worden toegebracht voorhanden heeft gehad;
Hetgeen onder 1 en 2 meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De rechtbank heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde (waaronder feit 3, waarvoor het hof de verdachte bij dit arrest vrijspreekt) veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van 2 jaren.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd, met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd.
De raadsman heeft verzocht de verdachte geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan de thans ondergane voorlopige hechtenis.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een vuurwapen met munitie
en een stroomstootwapen. Ongecontroleerd wapenbezit brengt onaanvaardbare veiligheidsrisico’s en gevoelens van onveiligheid in de samenleving mee en levert aldus een ernstig feit op. Het hof
weegt daarbij mee dat is gebleken dat het aangetroffen gaspistool is omgebouwd, waardoor
dit wapen bestemd en geschikt is gemaakt om scherpe munitie te verschieten en dus om dodelijke verwondingen toe te brengen.
Het hof heeft ook rekening gehouden met het reclasseringsadvies van de Reclassering Nederland van 3 oktober 2023. Hieruit blijkt dat de verdachte in het verleden niet heeft willen meewerken aan interventies, maar dat de reclassering desalniettemin adviseert tot oplegging van bijzondere voorwaarden indien de verdachte de uitdrukkelijke wens zou uitspreken hieraan mee te willen werken.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 4 oktober 2023 is hij niet eerder voor soortgelijke strafbare feiten veroordeeld. Dit weegt dus niet in strafverzwarende zin mee.
Het hof heeft bij het bepalen van de straf tot slot acht geslagen op de straffen die in soortgelijke gevallen worden opgelegd en die hun neerslag hebben gevonden in de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht. Daarin wordt als uitgangspunt voor het voorhanden hebben van een vuurwapen van categorie III in een openbare ruimte en onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 8 maanden genoemd. Nu de verdachte zich bereid heeft getoond mee te werken aan bijzondere voorwaarden die zijn gericht op de achterliggende problemen van zijn crimineel gedrag, acht het hof, alles afwegende, een deels voorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden. De voorwaardelijke gevangenisstraf moet de verdachte ervan weerhouden opnieuw een strafbaar feit te plegen en het hof zal hieraan de bijzondere voorwaarden verbinden zoals hierna weergegeven. Omdat er zorgen bestaan bij het hof dat de verdachte zich toch in de wapenhandel begeeft, zal een iets hogere onvoorwaardelijke gevangenisstraf worden opgelegd waarvan dan een groter deel voorwaardelijk zal zijn.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

Beslag

Het hof zal het onder de verdachte in beslag genomen wapen en de patroon onttrekken aan het verkeer, aangezien hiermede het bewezenverklaarde is begaan en het ongecontroleerde bezit hiervan in strijd is met de wet en het algemeen belang. Ten aanzien van de onder de verdachte inbeslaggenomen telefoon zal het hof, gelet op de door het hof gegeven vrijspraak van het onder 3 tenlastegelegde, een last tot teruggave aan de verdachte geven.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 3 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Stelt als bijzondere voorwaarde datde veroordeelde verplicht is zich binnen 3 werkdagen na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Nederland te melden op het adres [adres01] en zich gedurende de proeftijd moet blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
Stelt als bijzondere voorwaarde datde veroordeelde zich laat behandelen door De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
Stelt als bijzondere voorwaardede veroordeelde gedurende de volledige proeftijd wordt verplicht, indien dit geïndiceerd blijkt, om in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang te verblijven, zulks ter beoordeling van de reclassering, en zich te houden aan het (dag)programma dat deze voorziening in overleg met de reclassering heeft opgesteld, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
Stelt als bijzondere voorwaardede veroordeelde meewerkt aan controle van het gebruik drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd.
Stelt als bijzondere voorwaardede veroordeelde meewerkt aan meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt het meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
Geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1. STK Pistool (Omschrijving: Goednummer: 1274247, zwart, merk: Zoraki)
2. 1 STK Patroon (Omschrijving: Goednummer: 1274248, zwart).
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
5. 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: Goednummer: 1274258, zwart, merk: lphone).
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van het tijdstip waarop de duur van deze hechtenis gelijk wordt aan die van de straf.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. E. van Die, mr. C.J. van der Wilt en mr. M. van der Horst, in tegenwoordigheid van mr. D. Damman, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 31 oktober 2023.
mr. C.J. van der Wilt, mr. M. van der Horst en mr. D. Damman zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.