In eerste aanleg heeft de curator twee e-mails van [naam 3] met verklaringen overgelegd. In een e-mail van [naam 3] van 16 februari 2021 aan de advocaat van de curator staat het volgende.
Zoals gezegd is het volgende voorgevallen. Wij hebben voor eyecatchers in het verleden regelmatig menukaarten afgewerkt.
Begin 2013 kwam hij met het verzoek of wij ook drukwerk voor hem konden verzorgen. Aangezien wij zelf niet drukken hebben wij hiervoor een partner gezocht die dat voor ons moest gaan uitvoeren en onze keuze is toen gevallen om diverse redenen op Schefferdrukkerij.
Na een gesprek met alle partijen is toen afgesproken dat de orders via ons zouden lopen maar na 1 order die wij 1 juli 2013 hebben gefactureerd (60.000 afhaallijsten) hebben wij geen opdrachten meer gehad.
Vervolgens hebben wij heel lang moeten wachten op ons geld en hebben zelfs nog een creditnota uit doen gaan op 30 december 2013 van € 50, =.
Van iedere verdere drukwerk order is ons niets bekend dus als die er zijn geweest zijn die rechtstreeks besteld bij Schefferdrukkerij.
Naar aanleiding van de in eerste aanleg overgelegde opdrachtmails van 30 oktober en 27 november 2013 aan [bedrijf] heeft [naam 3] in een e-mail van 27 september 2021 aan de advocaat van de curator het volgende geschreven:
U heeft drie bijlagen bijgevoegd met vermeende mailwisselingen tussen ons bedrijf en Eye Catchers.
Deze mails zijn mij niet bekend en ik durf met zekerheid te stellen dat deze niet van mij afkomstig zijn. Ik vermoed dan ook dat ze vervalst zijn.
In onze administratie is onze laatste factuur naar eyecatchers van juli 2013. Daarna hebben wij geen opdrachten meer uitgevoerd voor Eye Catchers.
In hoger beroep heeft de curator een derde verklaring van [bedrijf] overgelegd. Naar aanleiding van de in hoger beroep door Eye Catchers overgelegde opdrachtmails heeft [naam 3] bij e-mail van 30 augustus 2022 aan de advocaat van de curator geschreven:
De mails die je hebt bijgesloten zijn mij niet bekend. Ik heb deze niet gestuurd.
Daarnaast voeren ze een ordernummer aan van Schefferdrukkerij. Als dit uberhaupt een order aan mij zou zijn geweest had hier geen ordernummer van Schefferdrukkerij aan kunnen hangen.
Zoals al eerder vermeld heb ik Dhr. [naam 4] gekoppeld aan Schefferdrukkerij en die heeft daar zijn drukwerk besteld. De afspraak was dat ik (alleen) de afwerking van deze orders zou doen maar Schefferdrukkerij heeft zich niet aan deze afspraak gehouden en is de afwerking zelf gaan doen.
Nog een opmerking:
Als het zo zou zijn dat wij die orders voor hem wel zouden hebben gemaakt dan zou hij toch ook betalingen aan ons bedrijf hebben moeten doen. Die kan hij niet tonen dan weet ik zeker.