Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
4.Eerste aanleg
5.Beoordeling
€ 3.235,50(tarief IV 1,5 punt)
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om de beroepsaansprakelijkheid van de assurantietussenpersoon Rabobank jegens Merensteyn, die een mestverwerkingsbedrijf exploiteert. Merensteyn heeft via Rabobank een Bedrijven Compact Polis afgesloten bij Achmea, die onder andere brand- en stormschade dekt. Tijdens een storm raakt een mestzak beschadigd door een opgewaaide gevelplaat, maar Achmea weigert dekking omdat de mestzakken niet tegen stormschade zijn verzekerd. Merensteyn stelt Rabobank aansprakelijk voor schending van haar zorgplicht, omdat zij niet heeft geadviseerd om de mestzakken tegen stormschade te verzekeren. De rechtbank heeft de vorderingen van Merensteyn afgewezen, en het hof beoordeelt de zaak opnieuw. Het hof concludeert dat Rabobank niet tekort is geschoten in haar zorgplicht. Merensteyn had niet expliciet opdracht gegeven om de mestzakken te verzekeren, en Rabobank heeft voldoende onderzoek gedaan naar de risico's en wensen van Merensteyn. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vorderingen van Merensteyn af.