Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding
2.Feiten
International Court of Arbitration of the International Chamber of Commerce(hierna: het scheidsgerecht) over bovengenoemd geschil een arbitraal geding aanhangig gemaakt tegen Indec. Op de arbitrage zijn de
2017 Rules of Arbitration of the International Chamber of Commerce(hierna: de ICC-regels versie 2017) van toepassing. In het arbitraal geding heeft Astron, verkort weergegeven, gevorderd dat Indec wordt veroordeeld tot betaling aan Astron van een schadevergoeding van € 231.057,83 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente en een bedrag van € 8.376,46 aan meerwerk, met veroordeling van Indec in de kosten van de arbitrage, inclusief de advocaatkosten van Astron. Indec heeft verweer gevoerd en gevorderd dat Astron wordt veroordeeld tot betaling aan Indec van een schadevergoeding van € 124.829,90, met veroordeling van Astron in de kosten van de arbitrage, inclusief de advocaatkosten van Indec.
3.Vordering en verweer
4.Beoordeling
NJ2005/190 (
Nannini/SFT Bank).
Did Claimant breach the Sales Contract in relation to the missing CE markings?), alwaar onder randnummer13.10 tot en met 13.13 is opgenomen:
amiable compositeurop te treden of
ex aequo et bonote beslissen (artikel 21 lid 3 ICC-regels versie 2017), aldus nog steeds Indec. Het hof oordeelt dat het voorgaande voldoende is gemotiveerd onder randnummer 2.12 van het arbitraal vonnis:
amiable compositeurop te treden of
ex aequo et bonote beslissen conform artikel 21 lid 3 ICC-regels versie 2017. Grond C van Indec slaagt niet.
amiable compositeurop te treden of
ex aequo et bonote beslissen (artikel 21 lid 3 ICC-regels versie 2017), aldus Indec. Het hof oordeelt dat het voorgaande voldoende is gemotiveerd onder randnummer 12.20 van het arbitraal vonnis:
amiable compositeurop te treden of
ex aequo et bonote beslissen conform artikel 21 lid 3 ICC-regels versie 2017. Grond D van Indec slaagt niet.
amiable compositeurop te treden of
ex aequo et bonote beslissen (artikel 21 lid 3 ICC-regels versie 2017), aldus Indec. Het hof oordeelt dat het voorgaande voldoende is gemotiveerd onder randnummer 12.60 van het arbitraal vonnis:
amiable compositeurop te treden of
ex aequo et bonote beslissen conform artikel 21 lid 3 ICC-regels versie 2017. Grond F van Indec slaagt niet.
Reply to the Statement of Claimeen verdere ontwikkeling van de vorderingen in haar
Answer to the Request for Arbitrationzijn. Het hof oordeelt dat de beslissing van het scheidsgerecht om de nieuwe tegenvorderingen van Indec niet-ontvankelijk te verklaren is gemotiveerd in paragraaf 11.2 (
The admissibility of Respondent’s new counterclaims). Aldaar is met betrekking tot de nieuwe tegenvorderingen Indec onder randnummers 11.10 tot en met 11.13 opgenomen:
Reply to the Statement of Claimnieuwe vorderingen zijn en niet een verdere ontwikkeling van de vorderingen in haar
Answer to the Request for Arbitration. Dit is in strijd met de Belgische openbare orde. Bovendien is sprake van rechtsweigering, hetgeen ook een beginsel van openbare orde is. Het scheidsgerecht heeft onder randnummers 11.10 tot en met 11.13 omtrent de nieuwe tegenvorderingen van Indec geoordeeld:
ICC Rules. Uit voormeld citaat blijkt dat het scheidsgerecht gemotiveerd uiteen heeft gezet waarom de nieuwe tegenvorderingen van Indec op grond van de
ICC Rulesen de
Procedural Order 1(PO1) niet worden gehonoreerd. Daar kan de Belgische openbare orde niets aan afdoen, noch kan er sprake zijn van rechtsweigering als beginsel van openbare orde. Grond G slaagt niet.