ECLI:NL:GHAMS:2023:300
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- G.W. Brands-Bottema
- A.V.T. de Bie
- J.A. van Keulen
- Rechtspraak.nl
Verlenging uithuisplaatsing van minderjarige kinderen en wijziging partneralimentatie
Deze zaak betreft de verlenging van de uithuisplaatsing van drie minderjarige kinderen van de vader en de moeder, die in een gezinshuis verblijven. De kinderrechter in de rechtbank Noord-Holland had op 29 september 2021 besloten de uithuisplaatsing met een jaar te verlengen, tot 3 oktober 2022. Zowel de moeder als de vader zijn het niet eens met deze beslissing en hebben hoger beroep aangetekend. Het hof heeft de Raad voor de Kinderbescherming gevraagd om onderzoek te doen naar de situatie van de kinderen. Uit het onderzoek bleek dat de kinderen bij de vader en zijn partner konden wonen, en de uithuisplaatsing is inmiddels beëindigd. De ouders zijn het eens met de plaatsing bij de vader, maar willen dat het hof de rechtmatigheid van de eerdere verlenging van de uithuisplaatsing beoordeelt.
Tijdens de procedure heeft het hof eerder een rapport van de raad ontvangen en heeft het de ouders en de GI gevraagd om zonder nieuwe zitting een beslissing te geven. De ouders hebben beiden verzocht om een deskundigenonderzoek, maar het hof heeft dit verzoek afgewezen, omdat het niet bijdraagt aan de beoordeling van de rechtmatigheid van de eerdere beslissing van de kinderrechter. Het hof concludeert dat de uithuisplaatsing op het moment van de beslissing van de kinderrechter noodzakelijk was, gezien de zorgen over de thuissituatie bij zowel de vader als de moeder. Uiteindelijk heeft het hof de bestreden beschikking bekrachtigd, waarbij het belang van de kinderen voorop staat.