Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
zij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 17 juli 2020 tot en met 8 november 2021 te Amsterdam, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] door
zij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 17 juli 2020 tot en met 8 november 2021 te Amsterdam, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk, de eer en/of de goede naam van [slachtoffer] heeft aangerand, door tenlastelegging van een of meer bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door middel van geschriften en/of afbeeldingen verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen en/of door geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore werd gebracht, immers heeft verdachte met voormeld doel
zij op of omstreeks 2 februari 2021 te Amsterdam, althans in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een portiek en/of deur, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt door aan de voordeur en/of brievenbus poep te smeren en/of door de brievenbus poep te duwen
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 3
Voorwaardelijk verzoek
Bewezenverklaring
zij in de periode van 17 juli 2020 tot en met 4 september 2021 te Amsterdam, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] door
zij in de periode van 17 juli 2020 tot en met 4 september 2021 in Nederland, (telkens) opzettelijk, de eer en de goede naam van [slachtoffer] heeft aangerand, door tenlastelegging van een of meer bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door middel van geschriften en/of afbeeldingen verspreid, immers heeft verdachte met voormeld doel
zij op 2 februari 2021 te Amsterdam opzettelijk en wederrechtelijk een portiek aan een ander toebehorend onbruikbaar heeft gemaakt.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
Beslag
Vordering van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
taakstrafvoor de duur van
150 (honderdvijftig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
75 (vijfenzeventig) dagen hechtenis.