Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
- [de vader] (hierna: de vader);
- de na te noemen minderjarige [kind 1] (hierna: [kind 1] );
- de na te noemen minderjarige [kind 2] (hierna: [kind 2] ).
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van de zorgregeling voor twee minderjarige kinderen, geboren uit de relatie van de moeder en de vader. De moeder, die in hoger beroep was gekomen tegen een eerdere beschikking van de kinderrechter, verzocht om een zorgregeling waarbij de kinderen meer tijd bij haar zouden doorbrengen. De vader en de gecertificeerde instelling, De Jeugd- & Gezinsbeschermers (GI), verzetten zich tegen deze wijziging. De zaak is complex, met een lange voorgeschiedenis van ondertoezichtstelling en eerdere beschikkingen die de zorgregeling betroffen. Het hof heeft vastgesteld dat de huidige zorgregeling, waarbij de kinderen twee keer per week bij de moeder zijn, goed verloopt. De moeder heeft echter behoefte aan meer duidelijkheid en een uitbreiding van de zorgregeling. Het hof heeft de zorgen van de GI over de emotionele stabiliteit van de moeder en de impact op de kinderen in overweging genomen. Uiteindelijk heeft het hof besloten de zorgregeling te wijzigen, zodat de kinderen elke week van vrijdag uit school tot zaterdag 14.30 uur bij de moeder zijn, onder regie van de GI. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het hof heeft de eerdere beschikking van de kinderrechter vernietigd en de zorgregeling aangepast, met de mogelijkheid voor verdere uitbreiding in de toekomst, afhankelijk van de ontwikkeling van de situatie.