In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 21 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 23 mei 2023. De verdachte, geboren in 1984 en thans gedetineerd, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 7 november 2023 gehouden en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die een gevangenisstraf van vierentwintig maanden, waarvan acht maanden voorwaardelijk, heeft geëist. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, maar met enkele wijzigingen in de bewijsmiddelen en de strafmotivering. De verdachte werd beschuldigd van seksueel binnendringen, wat door het hof werd vastgesteld op basis van de verklaringen van de aangeefster en andere bewijsmiddelen. Het hof heeft het beroep op ontoerekeningsvatbaarheid van de verdachte verworpen, omdat er geen feitelijke grondslag voor was. De reclassering had geadviseerd om bijzondere voorwaarden aan het voorwaardelijk strafdeel te verbinden, wat het hof noodzakelijk achtte gezien de risico's op recidive. Het hof heeft het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven, zodra de duur van de hechtenis gelijk is aan de straf.