ECLI:NL:HR:2013:BZ2653
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- W.F. Groos
- N. Jörg
- Rechtspraak.nl
Herziening van de kwalificatie van een tongzoen als verkrachting in het strafrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 maart 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Leeuwarden. De verdachte was eerder veroordeeld voor verkrachting, omdat hij een tongzoen had afgedwongen van een slachtoffer in een toiletruimte van het Medisch Centrum Leeuwarden. De Hoge Raad heeft in deze uitspraak zijn eerdere interpretatie van artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht herzien. Voorheen werd een tongzoen als een vorm van seksueel binnendringen beschouwd, maar de Hoge Raad oordeelt nu dat een afgedwongen tongzoen niet kan worden gelijkgesteld aan geslachtsgemeenschap of andere ernstige inbreuken op de seksuele integriteit. Dit besluit is genomen met het oog op de rechtszekerheid en de maatschappelijke gevolgen van de kwalificatie van verkrachting. De Hoge Raad vernietigt de eerdere uitspraak en ontslaat de verdachte van alle rechtsvervolging ter zake van de bewezenverklaarde verkrachting. De zaak wordt terugverwezen naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor herbehandeling van de subsidiaire tenlastelegging van feitelijke aanranding van de eerbaarheid. De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de juridische kwalificatie van seksuele handelingen en de bescherming van de seksuele integriteit.