ECLI:NL:GHAMS:2023:2867

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 november 2023
Publicatiedatum
28 november 2023
Zaaknummer
23-000541-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van vonnis en voorwaardelijke gevangenisstraf in hoger beroep

Op 14 november 2023 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 20 januari 2023 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die zonder bekende woon- of verblijfplaats is. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd ten aanzien van de opgelegde straf en heeft in zoverre opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie weken, met een proeftijd van twee jaren. Dit betekent dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep voor het overige bevestigd. De toepasselijke wettelijke voorschriften in deze zaak zijn onder andere de artikelen 14a, 14b, 14c en 63 van het Wetboek van Strafrecht, alsook de artikelen 9 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 96-335216-21 en 96-176391-17 (TUL)
parketnummer hoger beroep : 23-000541-23
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 14 november 2023 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 20 januari 2023 in de zaak tegen de verdachte:
naam:
[verdachte]
voornamen:
geboren: op [geboortedag] 1979 te [geboorteplaats] ([geboorteland])
zonder bekende woon- of verblijfplaats.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 14a, 14b, 14c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 9 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de opgelegde straf en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) weken.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige.
Gewezen door mr. A.M. Kengen, in bijzijn van D.M.M. Linskens, griffier.
mr. A.M. Kengen