Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
[BV 1] B.V. op of omstreeks 31 oktober 2012 (DOC-00069-016) en/of 13 augustus 2013 (DOC-00066-057/58) te Amsterdam en/of te 's-Gravenhage, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of alleen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals of vervalst geschrift, als ware dat geschrift echt en onvervalst, immers heeft/hebben [BV 1] B.V. en/of haar mededader(s), een aandeelhoudersverslag van [BV 1] B.V., derde kwartaal 2012 (DOC-066-015 e.v.), zijnde (een) geschrift(en) dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, opgestuurd naar het [bedrijf 1] te 's-Gravenhage, en bestaande die valsheid of vervalsing daarin dat in dat aandeelhoudersverslag (een) investering(en)/participatie(s) van enig(e) geldbedrag(en) is/zijn vermeld die in werkelijkheid niet heeft/hebben/had(den) plaatsgevonden en/of niet voor de in de aandeelhoudersrapportage genoemde bedrag(en), tot het plegen van genoemd strafbare feit verdachte opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke verboden gedraging verdachte feitelijke leiding heeft gegeven;
hij op of omstreeks 31 oktober 2012 (DOC-00069-016) en/of 13 augustus 2013 (DOC-00066-057/58) te Amsterdam en/of te 's-Gravenhage, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of alleen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals of vervalst geschrift, als ware dat geschrift echt en onvervalst, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s), een aandeelhoudersverslag van [BV 1] B.V,. derde kwartaal 2012 (DOC-066-015 ev), zijnde (een) geschrift(en) dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, opgestuurd naar het [bedrijf 1] te 's-Gravenhage, en bestaande die valsheid of vervalsing daarin dat in dat aandeelhoudersverslag (een) investering(en)/participatie(s) van enig(e) geldbedrag(en) is/zijn vermeld die in werkelijkheid niet heeft/hebben/had(den) plaatsgevonden en/of niet voor de in de aandeelhoudersrapportage genoemde bedrag(en);
[BV 1] B.V. op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 november 2011 tot en met 6 september 2012 te Amsterdam en/of 's-Gravenhage, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of alleen (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, iemand, te weten [bedrijf 1] , (telkens) heeft bewogen tot de afgifte van enig goed,
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 november 2011 tot en met 6 september 2012 te Amsterdam en/of 's-Gravenhage, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of alleen (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, iemand, te weten [bedrijf 1] , (telkens) heeft bewogen tot de afgifte van enig goed,
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 15 december 2011 tot en met 24 juli 2012 te Amsterdam en/of 's-Gravenhage, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of alleen, (telkens) opzettelijk geldbedragen van bankrekening [rekeningnummer 1] t.n.v. [BV 5] B.V. toebehorend aan een ander en/of anderen dan aan verdachte, en welke geldbedragen verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend, immers heeft verdachte:
[BV 5] B.V. en/of [BV 1] B.V , in of omstreeks de periode van 15 december 2011 tot en met 21 december 2016 te Amsterdam en/of te Amstelveen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of alleen, een of meer voorwerp(en), te weten een of meer geldbedrag(en) (van in totaal 750.000 euro, in elk geval 375.000 euro) heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten genoemd(e) geldbedrag(en), gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat bovenomschreven voorwerp(en) -onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren van oplichting, uit enig misdrijf, tot het plegen van genoemd strafbare feit verdachte opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke verboden gedraging verdachte feitelijke leiding heeft gegeven;
hij in of omstreeks de periode van 15 december 2011 tot en met 21 december 2016 te Amsterdam en/of te Amstelveen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of alleen, een of meer voorwerp(en), te weten een of meer geldbedrag(en) (van in totaal 750.000 euro, in elk geval 375.000 euro) heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten genoemd(e) geldbedrag(en) gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat bovenomschreven voorwerp(en) -onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf.
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverwegingen
matching(het gelijktrekken van de investeringen met het bedrag van de lening) staat nergens vermeld, laat staan dat het overmaken van het geld van de leningen door [bedrijf 1] hiervan op enige wijze afhankelijk is gemaakt.
huidige storting door het Startersfonds i.v.m. de participatie” zijn immers gelijk aan de bedragen die per technostarter zijn vermeld in het ‘aandeelhoudersverslag’. Nu uit onderzoek naar voren is gekomen dat de in het document genoemde investeringen dan wel de daarin genoemde participaties (nog) niet allemaal hadden plaatsgevonden op 30 september 2012, is in voormelde context voldoende komen vast te staan dat het niet alleen ging om een vals stuk, maar ook dat de daarin vermelde informatie vals is.
- Een opnameformulier van 23 november 2011 ten behoeve van [BV 2] , waarin staat vermeld dat de huidige storting door het startersfonds in verband met de participatie € 500.000,00 bedraagt en de datum van de participatie 22-11-2011 is;
- Een opnameformulier van 24 november 2011 ten behoeve van [BV 3] , waarin staat vermeld dat de huidige storting door het startersfonds in verband met de participatie € 200.000,00 bedraagt en de datum van de participatie 21-09-2011 is;
- Een opnameformulier van 25 juni 2012 ten behoeve van [BV 2] , waarin staat vermeld dat de huidige storting door het startersfonds in verband met de participatie € 500.000,00 bedraagt en de datum van de participatie 22-11-2011 is; en
- Een opnameformulier van 21 augustus 2012 ten behoeve van [BV 4] , waarin staat vermeld dat de huidige storting door het startersfonds in verband met de participatie € 500.000,00 bedraagt en de datum van de participatie 16-08-2012 is.
matchten tijde van het investeren in de technostarter. Op het moment van een geldoverboeking naar de technostarter moest zijn voldaan aan de “50%-
matching”-eis met private middelen. Investeerders moesten een onvoorwaardelijke toezegging doen te gaan investeren en er moest aantoonbaar
commitmentaan de voorkant zijn. De lening vanuit [bedrijf 1] kon pas worden afgeroepen op het moment dat het geld daadwerkelijk werd overgemaakt of het plan tot overmaken – binnen twee weken – bestond. Het was volgens [naam 3] zeker niet de bedoeling dat het fonds “
ergens binnen de tien jaren” aan de eis van 50%-
matchingmoest voldoen. Dit wordt ook bevestigd door de brief die op 4 september 2012 door [bedrijf 1] aan [BV 1] is verzonden, waarin staat vermeld “
in verband met de 1e storting in [BV 4] B.V. zal ik binnenkort een bedrag van € 250.000 overmaken op (…) Dit bedrag is gelijk aan 50% van het door u geïnvesteerde bedrag van € 500.000.”
huidigestortingen door het fonds i.v.m. de participatie” en “
datumparticipatie”.
terugbetalen” aan [BV 1] , omdat zij op het moment van het indienen van het opnameformulier nog niet in staat waren tot betalen. Bovendien werd volgens de verdachte soms voorgefinancierd, omdat slechts tweemaal per zes maanden een aanvraag mocht worden ingediend. De technostarter had het geld pas over een aantal maanden nodig en niet op moment van betaling. Uit voornoemde verklaringen van de verdachte concludeert het hof dat [BV 1] op het moment van het aanvragen van gelden bij [bedrijf 1] dan wel binnen de daarop volgende twee weken, nog niet over de vereiste private middelen beschikte. Middels het invullen en indienen van het formulier, waarop met zoveel woorden staat dat een storting op een bepaalde datum is gedaan, is namens [BV 1] het tegenovergestelde verklaard, waardoor de indruk is gewekt dat [BV 1] voldeed aan de voorwaarden om de helft van het investeringsbedrag van [bedrijf 1] te mogen ontvangen.
17 december 2011
participatie”;
22 december 2011
- [BV 2] boekt een bedrag van € 250.000,00 over naar [BV 7] onder de vermelding “
- [BV 7] boekt een bedrag van € 250.000,00 over naar [BV 5] onder de vermelding “
23 december 2011
- [BV 5] boekt een bedrag van € 250.000,00 over naar [BV 1] onder de vermelding “
- [BV 1] boekt een bedrag van € 250.000,00 over naar [BV 2] ;
- [BV 2] boekt een bedrag van € 250.000,00 over naar [BV 7] ; en
- [BV 7] boekt een bedrag van € 250.000,00 over naar [BV 5] onder de vermelding “
23 juli 2012
- [BV 1] boekt tweemaal een bedrag van € 250.000,00 over naar [BV 2] onder de vermelding “
- [BV 2] boekt een bedrag van € 250.000,00 over naar [BV 7] ;
- [BV 7] boekt een bedrag van € 250.000,00 over naar [BV 5] onder de vermelding “
- [BV 5] boekt een bedrag van € 250.000,00 over naar [BV 1] onder de vermelding “
- [BV 1] boekt een bedrag van € 250.000,00 over naar [BV 2] onder de vermelding “
24 juli 2012
- [BV 2] boekt een bedrag van € 50.000,00 naar [BV 7] ;
- [BV 7] boekt een bedrag van € 50.000,00 naar [BV 5] onder de vermelding “
- [BV 2] boekt een bedrag van € 50.000,00 naar de privérekening van de medeverdachte [medeverdachte] ; en
- [BV 2] boekt een bedrag van € 145.000,00 naar een andere bankrekening van [BV 2] .
- [bedrijf 1] boekt een bedrag van € 250.000,00 over naar [BV 1] ;
- [BV 1] boekt een bedrag van € 250.000,00 over naar [BV 4] onder de vermelding “
9 september 2012
Overeenkomst dd.16augustus2012”;
10 september 2012
- [BV 7] boekt een bedrag van € 250.000,00 over naar [BV 5] onder de vermelding “
- [BV 5] boekt een bedrag van € 250.000,00 over naar [BV 1] onder de vermelding “
- [BV 1] boekt een bedrag van € 250.000,00 over naar [BV 4] onder de vermelding “
er staat weer EUR 250k op. Zou jij EUR 150k naar [BV 7] willen betalen ( [rekeningnummer 3] ) en EUR 100k aan [BV 2] BV ( [rekeningnummer 4] )?”. De verzochte betaling van € 150.000,00 naar [BV 7] wordt, evenals drie andere overboekingen, in de daarop volgende dagen gedaan.
- [BV 4] boekt een bedrag van € 150.000,00 over naar [BV 7] onder de vermelding “
- [BV 7] boekt een bedrag van € 75.000,00 over naar [BV 5] onder de vermelding “
12 september 2012
13 september 2012
Bewezenverklaring
[BV 1] B.V. op 31 oktober 2012 en 13 augustus 2013 in Nederland, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals geschrift, als ware dat geschrift echt en onvervalst, immers heeft [BV 1] B.V. een aandeelhoudersverslag van [BV 1] B.V., derde kwartaal 2012, zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, opgestuurd naar het [bedrijf 1] te 's-Gravenhage, en bestaande die valsheid daarin dat in dat aandeelhoudersverslag investeringen/participaties zijn vermeld die in werkelijkheid niet hadden plaatsgevonden of niet voor de in de aandeelhoudersrapportage genoemde bedragen, aan welke verboden gedraging verdachte feitelijk leiding heeft gegeven.
[BV 1] B.V. in de periode van 23 november 2011 tot en met 6 september 2012 in Nederland, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels, [bedrijf 1] telkens heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen
[BV 5] B.V. en [BV 1] B.V, in de periode van 15 december 2011 tot en met 21 december 2016 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, geldbedragen van in totaal 750.000 euro heeft overgedragen, terwijl zij wisten dat die geldbedragen -onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren van oplichting , aan welke verboden gedragingen verdachte feitelijk leiding heeft gegeven.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
Vordering van de benadeelde partij Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
720 (zevenhonderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
360 (driehonderdnegenenzestig) dagen hechtenis.