ECLI:NL:GHAMS:2023:2816

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 februari 2023
Publicatiedatum
23 november 2023
Zaaknummer
23-001323-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake mishandeling

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 7 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 16 mei 2022 was gewezen. De verdachte, geboren in 1957, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hij was veroordeeld voor mishandeling. De tenlastelegging betrof een incident op 27 juni 2021 te Heerhugowaard, waarbij de verdachte het slachtoffer meermaals had geduwd tegen een fiets en/of muur. Tijdens de zitting in hoger beroep op 24 januari 2023 heeft de verdachte zijn grieven niet nader onderbouwd en is hij niet verschenen. Het hof heeft de verklaringen van getuigen als betrouwbaar beoordeeld en het beroep op noodweer verworpen. Het hof achtte de mishandeling wettig en overtuigend bewezen, maar sprak de verdachte vrij van andere tenlastegelegde feiten.

De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een geldboete van € 500,00, subsidiair tien dagen hechtenis. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal dezelfde straf gevorderd. Het hof heeft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan in overweging genomen, evenals het feit dat de verdachte niet eerder voor een misdrijf was veroordeeld. Het hof heeft uiteindelijk een voorwaardelijke geldboete van € 500,00 opgelegd, met een vervangende hechtenis van tien dagen.

Daarnaast heeft de benadeelde partij een vordering tot schadevergoeding ingediend, die in eerste aanleg gedeeltelijk was toegewezen. Het hof heeft de vordering tot schadevergoeding van € 162,55 toegewezen, bestaande uit immateriële en materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente. De beslissing van het hof houdt in dat het vonnis waarvan beroep wordt vernietigd en opnieuw recht wordt gedaan, waarbij de verdachte wordt veroordeeld tot de opgelegde straf en schadevergoeding.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001323-22
datum uitspraak: 7 februari 2023
VERSTEK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 16 mei 2022 in de strafzaak onder parketnummer 15-276331-21 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1957,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 24 januari 2023.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 27 juni 2021 te Heerhugowaard [benadeelde] heeft mishandeld door die [benadeelde] meermaals, althans éénmaal, (met kracht) te duwen tegen een fiets en/of muur.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bespreking verweren

De verdachte heeft in het grievenformulier bij het instellen van het hoger beroep aangevoerd dat sprake is van noodweer en daarnaast dat de verklaringen van de getuigen niet betrouwbaar zijn.
De verdachte is niet ter terechtzitting verschenen en heeft ook anderszins nagelaten zijn grieven nader te onderbouwen. Nu de verdachte het beroep op noodweer niet nader heeft onderbouwd, wordt dit verweer verworpen.
Dat de verklaringen van de getuigen onbetrouwbaar zouden zijn is het hof – mede gelet op het gebrek aan enige toelichting op dat standpunt door de verdachte – niet gebleken. Het hof acht het tenlastegelegde dan ook bewezen.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij omstreeks 27 juni 2021 te Heerhugowaard [benadeelde] heeft mishandeld door die [benadeelde] meermaals te duwen tegen een muur.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
mishandeling.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een geldboete van € 500,00, subsidiair tien dagen hechtenis.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 500,00, subsidiair tien dagen hechtenis.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft tijdens een ruzie over geluidsoverlast met zijn buren het slachtoffer twee keer geduwd waardoor deze half over zijn fiets tegen een muur viel. Het slachtoffer heeft hierdoor letsel opgelopen. De verdachte heeft op gewelddadige wijze uiting gegeven aan zijn ongenoegen en emoties, hetgeen de verdachte wordt aangerekend en waarvoor een straf dient te worden opgelegd.
Het hof heeft acht geslagen op het feit dat verdachte niet eerder voor een misdrijf is veroordeeld.
Het hof acht, alles afwegende, een voorwaardelijke geldboete van na te melden hoogte passend en geboden.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 362,55 te vermeerderen met de wettelijke rente. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 162,55. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd. Het hof heeft in hoger beroep te oordelen over de gevorderde schadevergoeding voor zover deze in eerste aanleg is toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Deze schade is ook niet weersproken. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Het hof zal de schadevergoedingsmaatregel opleggen op de hierna te noemen wijze om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c, 36f, 63 en 300 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 500,00 (vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de geldboete niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde] ter zake van het bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 162,55 (honderdtweeënzestig euro en vijfenvijftig cent) bestaande uit € 150,00 (honderdvijftig euro) immateriële schade en € 12,55 (twaalf euro en vijfenvijftig cent) materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde], ter zake van het bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 162,55 (honderdtweeënzestig euro en vijfenvijftig cent) bestaande uit € 150,00 (honderdvijftig euro) immateriële schade en € 12,55 (twaalf euro en vijfenvijftig cent) materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 3 (drie) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële en de immateriële schade op 27 juni 2021.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P. Greve, mr. A.R.O. Mooy en mr. N.J.M. de Munnik, in tegenwoordigheid van mr. S.W.H. Bootsma, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 7 februari 2023.
mrs. Mooy en De Munnik zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]