ECLI:NL:GHAMS:2023:27
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens weigering ademanalyse zonder opzet
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 5 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was eerder vrijgesproken van het tenlastegelegde feit, namelijk het weigeren van een ademanalyse op 28 augustus 2021 te Badhoevedorp. Het openbaar ministerie had hoger beroep ingesteld tegen deze vrijspraak. Tijdens de zitting in hoger beroep op 22 december 2022 heeft de advocaat-generaal betoogd dat het strafbare feit is voltooid op het moment dat er geen goede ademtest kan worden afgenomen, zonder dat opzet vereist is. De raadsman van de verdachte heeft echter aangevoerd dat de verdachte vrijgesproken moet worden van het tenlastegelegde.
Het hof heeft vastgesteld dat het weigeren van de ademanalyse enkel strafbaar is indien er sprake is van opzet. Het hof concludeert dat uit het dossier onvoldoende blijkt van concrete omstandigheden die erop wijzen dat de verdachte opzettelijk de ademanalyse heeft geweigerd. De verdachte had na mislukte pogingen instructies gekregen over hoe hij moest blazen in het apparaat, maar er zijn geen aanwijzingen dat hij opzettelijk heeft geweigerd. Het hof heeft daarom het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde feit.
De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak benadrukt het belang van opzet in de beoordeling van strafbare feiten in het kader van de Wegenverkeerswet 1994.