In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren in 1981, had hoger beroep ingesteld tegen een eerder vonnis waarin hij was veroordeeld tot een gevangenisstraf van één maand voor diefstal van een bromscooter. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, met uitzondering van de opgelegde gevangenisstraf en de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging. De verdachte had eerder de ISD-maatregel ondergaan, waarvan het hof concludeert dat deze een positief effect heeft gehad op zijn leven. De verdachte woont nu zelfstandig en heeft zijn financiën op orde. Het hof heeft besloten om de gevangenisstraf om te zetten naar een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van één jaar, rekening houdend met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf is afgewezen, omdat het hof van mening is dat de effectiviteit van voorwaardelijke straffen niet in het geding mag komen. Het hof heeft de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht in mindering gebracht op de opgelegde straf. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Den Haag, zittingsplaats Amsterdam.