Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
in principaal appelgeconcludeerd dat het hof bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, de bestreden vonnissen zal vernietigen voor zover de vorderingen van de vereffenaar zijn afgewezen en voor wat betreft de veroordeling van de vereffenaar tot het betalen van proceskosten.
incidenteel appelheeft [kind 1] geconcludeerd dat het hof bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis (het hof begrijpt: de bestreden vonnissen) vernietigt en, opnieuw rechtdoende, het verweer van [kind 1] met betrekking tot de afstand van de verbintenis tot betaling van de rente alsnog gegrond verklaart en voor recht verklaart dat afstand is gedaan van de verbintenis tot betaling van de rente alsmede de vereffenaar te veroordelen tot terugbetaling van de door [kind 1] aan de vereffenaar betaalde rentesom van € 19.142,05, vermeerderd met aan de vereffenaar betaalde rente vanaf 1 januari 2021, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der betaling tot aan de dag der voldoening.
2.Feiten
twee honderd negen en vijftig duizend euro (€ 259.000,-), hierna te noemen “de hoofdsom”.
Looptijd
één en dertig december tweeduizend vijf, of zoveel later als partijen nader overeenkomen;
Rente
vier procent (4,0%)per jaar, te voldoen in maandelijkse termijnen bij achterafbetaling, te voldoen op de eerste dag van elke maand, voor het eerst op één februari tweeduizend vijf, over het alsdan sedert heden verstreken tijdvak.
Opeisbaarheid
twee honderd negen en vijftig duizend euro (€ 259.000,00);
GEDEELTELIJKafstand te doen van de hypotheekrechten (…) echter slechts voorzover deze rusten op (…) [A-straat] [02] (…) zodat deze inschrijving overigens van volle kracht en waarde blijft; (…)