In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 1 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1971, was aangeklaagd voor openlijke geweldpleging op 3 februari 2017 te Heerhugowaard. De tenlastelegging omvatte geweldshandelingen tegen twee benadeelden, [benadeelde01] en [benadeelde02]. Tijdens de zitting op 18 januari 2023 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging gehoord. De advocaat-generaal vorderde een taakstraf van 30 uur, terwijl de verdediging pleitte voor vrijspraak. Het hof heeft geoordeeld dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de openlijke geweldpleging. Het hof concludeert dat de verdachte niet voldoende betrokken was bij het geweld, aangezien hij niet aanwezig was bij de eerste confrontatie en zijn rol in de daaropvolgende situaties onvoldoende bewijs opleverde voor een veroordeling. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet schuldig is bevonden aan de tenlastegelegde feiten. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen.